neerlandés » alemán

Traducciones de „gingen“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

gin·gen V.

gingen 3. pers. pl. imperf. van gaan¹, gaan²

Véase también: gaan , gaan

gaan1 <ging, i. gegaan> [ɣan] V. intr.

1. gaan:

gaan ((met) voer-, vaartuig)
zu Tisch gehen form.
er gaat (me) niets boven fig.
es geht nichts über +acus.
hoe ga je?
in sich acus. gehen
ik kan gaan en staan waar ik wil! fig. coloq.
te ver gaan fig.

6. gaan (verdwijnen):

(da)hin sein coloq.

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski