neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: etalage , stellage , staand , staan , staal , toelage , stage y/e emballage

stel·la·ge <stellage|s> [stɛlaʒə] SUST. f

1. stellage (tijdelijk gebouwde verhoging):

Bühne f
Podest nt

2. stellage (opbergrek):

Gestell nt
Regal nt

3. stellage (getimmerte ter ondersteuning):

Gerüst nt

eta·la·ge <etalage|s> [etalaʒə] SUST. f

em·bal·la·ge <emballage|s> [ɑmbɑlaʒə] SUST. f

toe·la·ge <toelage|n, toelage|s> [tulaɣə] SUST. f

1. toelage (gift in geld):

2. toelage (toeslag):

Zulage f

staal1 <stalen> [stal] SUST. nt

2. staal fig. (kracht):

Stahl m

3. staal (ijzer als bestanddeel van levende wezens):

Eisen nt

staan <stond, h. gestaan> [stan] V. intr.

1. staan (personen, dieren):

zu etw dat. stehen
an etw acus. herangehen
zu etw dat. stehen
für etw acus. da sein
vor etw dat. stehen
voor iem staan fig.

2. staan (op steunpunten rusten):

3. staan (in een toestand, hoedanigheid zijn):

iem na staan fig.

9. staan (geëist worden):

13. staan form. (functie, standplaats hebben):

15. staan (betamen):

zu Gesicht stehen +dat.
staan form.
anstehen +dat.

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski