neerlandés » alemán

Traducciones de „wind“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

wind <wind|en> [wɪnt] SUST. m

1. wind:

wind (luchtstroming)
Wind m
wind (tocht ook)
Zug m
aan de wind zeilen
wind achter
wind achter
door de wind gaan
über Stag gehen espec.
de wind draait
de wind gaat liggen
iem de wind van voren geven fig.
jdm sein Fett geben coloq.
de kop in de wind steken
een advies in de wind slaan fig.
de wind van voren krijgen fig.
eins [o. etwas] aufs Dach kriegen coloq.
de wind mee hebben
iem de wind uit de zeilen nemen fig.
de wind steekt op
wind tegen
wind tegen
uit de wind zitten
von der Luft kann man nicht leben coloq. a. irón.
voor de wind
mit [o. vor] dem Wind
het gaat hem voor de wind fig.
waait de wind uit die hoek?
daher weht (also) der Wind! coloq.
nu waait de wind uit een andere hoek fig.
een zoete/gure wind
geen zuchtje wind
wie wind zaait, zal storm oogsten provb.
zoals de wind waait, waait zijn jasje provb.

2. wind (scheet):

wind
Wind m
wind
wind
Furz m argot
furzen argot

3. wind (opgeblazenheid):

wind
Wind m
wind
de wind er onder hebben

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski