neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: bevallen , bedillen , vervullen , verhullen , bijvullen , gevallen , opvullen , omhullen , navullen y/e invullen

be·dil·len <bedilde, h. bedild> [bədɪlə(n)] V. trans.

1. bedillen (aanmerkingen maken op):

kritteln an +dat.
nörgeln an +dat.

2. bedillen (zich te veel bemoeien met):

schulmeistern coloq.
gängeln coloq.

be·val·len <beviel, i. bevallen> [bəvɑlə(n)] V. intr.

2. bevallen (aanstaan):

gefallen +dat.

bij·vul·len <vulde bij, h. bijgevuld> [bɛivʏlə(n)] V. trans.

ver·hul·len <verhulde, h. verhuld> [vərhʏlə(n)] V. trans.

ver·vul·len <vervulde, h. vervuld> [vərvʏlə(n)] V. trans.

3. vervullen (verwezenlijken):

na·vul·len <vulde na, h. nagevuld> [navʏlə(n)] V. trans.

om·hul·len <omhulde, h. omhuld> [ɔmhʏlə(n)] V. trans.

1. omhullen (aan alle kanten bedekken):

2. omhullen (aan het zicht onttrekken):

op·vul·len <vulde op, h. opgevuld> [ɔpfʏlə(n)] V. trans. (geheel vullen)

ge·val·len V.

gevallen volt. deelw. van vallen¹, vallen²

Véase también: vallen , vallen

val·len1 <viel, i. gevallen> [vɑlə(n)] V. intr.

5. vallen (los neerhangen):

6. vallen (zich voordoen):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski