neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: engel , eng , exil , edel , ezel , egel , enz. , end , ene y/e enig

eng <enge, enger, engst> [ɛŋ] ADJ.

ene PRON. indet. pron.

ene → een³

Véase también: een , een , een , een , een , een

een3 [en] PRON. indet. pron.

een2 <met klemtoon> [en] NUM.

een1 <enen> [en] SUST. f

1. een (getal):

een
Eins f

2. een (cijfer, als maatstaf voor prestaties):

een
Sechs f

enz.

enz.
usw.
enz.
usf.

Véase también: enzovoorts

en·zo·voorts [ɛnzovorts] ADV.

egel <egel|s> [eɣəl] SUST. m

ezel2 <ezel|s> [ezəl] SUST. m

edel <edele, edeler, edelst> [edəl] ADJ.

2. edel (in zedelijk opzicht voortreffelijk):

3. edel (voortreffelijk in zijn soort):

edle Weine pl.

exil <exil|s> [ɛksil] SUST. nt

Exil nt

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski