neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: opnemen , opname , opnaaien , opnoemen , opkomen y/e namen

op·na·me <opname|n, opname|s> [ɔpnamə] SUST. f

2. opname:

opname foto., CINE

op·ne·men <nam op, h. opgenomen> [ɔpnemə(n)] V. trans.

8. opnemen (nauwkeurig opmeten):

10. opnemen (weghalen):

12. opnemen (noteren):

13. opnemen (een plaats geven):

14. opnemen (ergens deel van uitmaken):

15. opnemen (in de geest laten doordringen):

etw gut acus. aufnehmen

16. opnemen (telefoon):

17. opnemen (opvegen):

18. opnemen (absorberen):

op·noe·men <noemde op, h. opgenoemd> [ɔpnumə(n)] V. trans.

op·naai·en <naaide op, h. opgenaaid> [ɔpnajə(n)] V. trans.

1. opnaaien (vastnaaien):

nähen auf +acus.

2. opnaaien vulg. (opfokken):

na·men V.

namen 3. pers. pl. imperf. van nemen

Véase también: nemen

ne·men <nam, h. genomen> [nemə(n)] V. trans.

etw an sich acus. nehmen

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski