neerlandés » alemán

ver·stond V.

verstond 3. pers. sing. imperf. van verstaan

Véase también: verstaan

ver·sle·ten [vərsletə(n)] ADJ.

2. versleten (afgeleefd):

ver·steend [vərstent] ADJ.

1. versteend (tot steen geworden):

3. versteend (ongevoelig):

ver·slond V.

verslond 3. pers. sing. imperf. van verslinden

Véase también: verslinden

ver·slin·den <verslond, h. verslonden> [vərslɪndə(n)] V. trans.

ver·stokt <verstokte, verstokter, verstoktst> [vərstɔkt] ADJ.

ver·sa·gen [vərsaɣə(n)]

ver·slaan <versloeg, h. verslagen> [vərslan] V. trans.

1. verslaan (overwinnen):

2. verslaan (verslag maken van):

ver·stomd [vərstɔmt] ADJ.

ver·sie·ren <versierde, h. versierd> [vərsirə(n)] V. trans.

1. versieren (opschikken, verfraaien):

3. versieren (voor elkaar krijgen):

hinkriegen coloq.

4. versieren coloq. (verleiden):

ver·sla·gen <verslagen, verslagener, verslagenst> [vərslaɣə(n)] ADJ.

ver·sla·pen1 <versliep, h. verslapen> [vərslapə(n)] V. trans. (met slapen doorbrengen)

ver·sma·den <versmaadde, h. versmaad> [vərsmadə(n)] V. trans.

2. versmaden (beneden zich achten):

ver·spe·len <verspeelde, h. verspeeld> [vərspelə(n)] V. trans.

ver·ste·nen1 <versteende, i. versteend> [vərstenə(n)] V. intr.

1. verstenen (tot steen worden):

ver·sto·ken1 [vərstokə(n)] ADJ.

ver·sto·ren <verstoorde, h. verstoord> [vərstorə(n)] V. trans.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski