neerlandés » alemán

ver·schrom·pe·len1 <verschrompelde, i. verschrompeld> [vərsxrɔmpələ(n)] V. intr. (rimpelig worden, ineenschrompelen)

ver·schrom·pe·len2 <verschrompelde, h. verschrompeld> [vərsxrɔmpələ(n)] V. trans. (door uitdroging in elkaar doen trekken)

verschrompelen

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski