neerlandés » alemán

voor·be·schik·ken <beschikte voor, h. voorbeschikt> [vorbəsxɪkə(n)] V. trans.

ge·scho·ten V.

geschoten volt. deelw. van schieten¹, schieten²

Véase también: schieten , schieten

aan·ge·scho·ten [aŋɣəsxotə(n)] ADJ.

voor·scho·te·len <schotelde voor, h. voorgeschoteld> [vorsxotələ(n)] V. trans. ook fig.

voor·schie·ten <schoot voor, h. voorgeschoten> [vorsxitə(n)] V. trans.

1. voorschieten (betalen voor een ander):

voor·lich·ten <lichtte voor, h. voorgelicht> [vorlɪxtə(n)] V. trans.

2. voorlichten (seksuele voorlichting geven):

voor·ge·schie·de·nis [vorɣəsxidənɪs] SUST. f geen pl.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski