neerlandés » alemán

Traducciones de „Löschhafen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

los·scheu·ren: verbo
los·han·gen: verbo
los·la·ten: verbo
los·ma·ken: verbo
los·ra·ken: verbo
los·schroe·ven: verbo
los·sen: verbo
los·gaan: verbo
los·bin·den: verbo
los·bre·ken: verbo
los·gooi·en: verbo
los·kno·pen: verbo
los·ko·men: verbo
los·lo·pen: verbo
los·ruk·ken: verbo
los·slaan: verbo
los·tor·nen: verbo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: losscheuren , losraken , losmaken , loslaten , loshangen , losschroeven , lostornen , losslaan , losrukken , loslopen , loskomen , losknopen , losgooien , losbreken , losbinden , losgaan y/e lossen

los·scheu·ren <scheurde los, h. losgescheurd> [lɔsxørə(n)] V. trans.

losscheuren

los·han·gen <hing los, h. losgehangen> [lɔshɑŋə(n)] V. intr.

1. loshangen (niet goed vastzitten):

2. loshangen (vrij hangen):

de loshangende haren

die offenen Haare

los·la·ten¹ <liet los, h. losgelaten> [lɔslatə(n)] V. trans.

1. loslaten (vrijlaten):

honden loslaten op de demonstranten

Hunde auf die Demonstranten loslassen [o. hetzen]

2. loslaten (laten blijken):

loslaten coloq.

zij wil niets loslaten over het programma

sie will nichts über das Programm herauslassen

3. loslaten (met rust laten):

4. loslaten (in de steek laten):

loslaten form.

de traditie loslaten

die Tradition preisgeben

de driften loslaten

den Trieben freien Lauf lassen

los·ma·ken <maakte los, h. losgemaakt> [lɔsmakə(n)] V. trans.

1. losmaken (maken dat iets, iem los wordt):

de hond losmaken

den Hund losbinden

de wijn heeft zijn tong losgemaakt fig.

der Wein hat ihm die Zunge gelöst

zich losmaken van iets/iem

sich von etw/jdm lösen [o. trennen]

2. losmaken (losser maken):

de spieren losmaken

die Muskeln lockern

3. losmaken (weten te verkrijgen):

(bei jdm) lockermachen

geld losmaken

Geld lockermachen

4. losmaken ((interesse, emoties) oproepen):

los·ra·ken <raakte los, i. losgeraakt> [lɔsrakə(n)] V. intr.

1. losraken (vrij komen):

2. losraken (los gaan):

losraken coloq.

los·schroe·ven <schroefde los, h. losgeschroefd> [lɔsxruvə(n)] V. trans.

losschroeven

losschroeven

los·sen <loste, h. gelost> [lɔsə(n)] V. trans.

1. lossen:

lossen (ontladen)

lossen (ontladen)

lossen (ontladen)

lossen (van een schip)

een wagen lossen

einen Wagen abladen [o. ausladen]

2. lossen (afschieten):

een schot lossen

einen Schuss abfeuern

3. lossen (aflossen):

een pand lossen

ein Pfand einlösen

los·gaan <ging los, i. losgegaan> [lɔsxan] V. intr.

1. losgaan (loslaten):

2. losgaan (fel afgaan op):

losgehen auf +acus.

3. losgaan (opengaan):

4. losgaan (afgaan):

los·bin·den <bond los, h. losgebonden> [lɔzbɪndə(n)] V. trans.

los·bre·ken¹ <brak los, h. losgebroken> [lɔzbrekə(n)] V. trans. (brekend losmaken, afscheiden)

los·gooi·en <gooide los, h. losgegooid> [lɔsxojə(n)] V. trans.

alle remmen losgooien fig.

alle Hemmungen über Bord werfen

los·kno·pen <knoopte los, h. losgeknoopt> [lɔsknopə(n)] V. trans.

losknopen (kleding)

los·ko·men <kwam los, i. losgekomen> [lɔskomə(n)] V. intr.

1. loskomen:

loskomen (los worden)

loskomen (vliegtuig)

loskomen fig.

loskomen fig.

het slijm komt los

der Schleim löst sich

2. loskomen:

hij komt niet zo gauw los (zich uiten)

er geht nicht so schnell aus sich heraus

er kwam heel wat kritiek op deze maatregel los

diese Maßnahme hat viel Kritik ausgelöst

3. loskomen (beweeglijk worden):

de tongen kwamen los

die Zungen lösten sich

4. loskomen (beschikbaar worden):

5. loskomen (uit de gevangenis komen):

los·lo·pen <liep los, h./i. losgelopen> [lɔslopə(n)] V. intr.

1. loslopen (vrij rondlopen):

frei herumlaufen

locuciones, giros idiomáticos:

het zal wel loslopen (terechtkomen)

es wird schon werden

dat is te gek om los te lopen

das ist ja Wahnsinn

los·ruk·ken <rukte los, h. losgerukt> [lɔsrʏkə(n)] V. trans.

losrukken (losmaken) ook fig.

losrukken (openmaken)

los·slaan <sloeg los, h. losgeslagen> [lɔslan] V. trans.

los·tor·nen <tornde los, h. losgetornd> [lɔstɔrnə(n)] V. trans.

lostornen (naad)

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski