neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: voorschieten , doorschieten , inschikken , beschikken , schikken , doorschijnend , uitchecken y/e voorschip

voor·schie·ten <schoot voor, h. voorgeschoten> [vorsxitə(n)] V. trans.

1. voorschieten (betalen voor een ander):

door·schie·ten1 <doorschoot, h. doorschoten> [dorsxitə(n)] V. trans.

schik·ken1 <schikte, h. geschikt> [sxɪkə(n)] V. trans.

be·schik·ken2 <beschikte, h. beschikt> [bəsxɪkə(n)] V. trans. form. (regelen)

in·schik·ken <schikte in, h. ingeschikt> [ɪnsxɪkə(n)] V. intr.

1. inschikken (inschuiven):

2. inschikken (toegeven):

door·schij·nend [dorsxɛinənt] ADJ.

voor·schip <voorschepen> [vorsxɪp] SUST. nt

uit·chec·ken <checkte uit, h. uitgecheckt> [œytʃɛkə(n)] V. intr. verk.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski