neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: terugkeer , terugreis , terugweg , terugkeren , terugkomen , terugbrengen , terugkrijgen y/e terugkrabbelen

te·rug·keer [tərʏxker] SUST. m geen pl.

te·rug·ko·men <kwam terug, i. teruggekomen> [tərʏxkomə(n)] V. intr.

2. terugkomen (zich weer vertonen):

3. terugkomen (nog eens komen):

5. terugkomen DEP.:

te·rug·ke·ren <keerde terug, i. teruggekeerd> [tərʏxkerə(n)] V. intr.

te·rug·weg <terugweg|en> [tərʏxwɛx] SUST. m

te·rug·reis <terug|reizen> [tərʏxrɛis] SUST. f

te·rug·krij·gen <kreeg terug, h. teruggekregen> [tərʏxkrɛiɣə(n)] V. trans.

te·rug·bren·gen <bracht terug, h. teruggebracht> [tərʏɣbrɛŋə(n)] V. trans.

1. terugbrengen (weer brengen naar het punt van vertrek):

4. terugbrengen (in omvang verminderen):

5. terugbrengen (herleiden):

te·rug·krab·be·len <krabbelde terug, i. teruggekrabbeld> [tərʏxkrɑbələ(n)] V. intr.

1. terugkrabbelen fig. (zich terugtrekken):

2. terugkrabbelen (scharrelend achteruitgaan):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski