neerlandés » alemán

Traducciones de „leerstellingen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: leerstelling , eersteling , herstellingsteken , voorstelling , onderstelling , leerlinge , stelling , achterstelling , leerling y/e leerjongen

leer·stel·ling <leerstelling|en> [lerstɛlɪŋ] SUST. f

leerstelling

leerstelling

Satz m

eer·ste·ling <eersteling|en> [erstəlɪŋ] SUST. m

1. eersteling (eerstgeborene):

Erstgeborene(r) f(m)

2. eersteling:

eersteling (primeur)

eersteling (werk)

Erstlingswerk nt

her·stel·lings·te·ken <herstellingsteken|s> [hɛrstɛlɪŋstekə(n)] SUST. nt

herstellingsteken

Auflösungszeichen nt

leer·lin·ge <leerlinge|s, leerlinge|n> [lerlɪŋə] SUST. f

leerlinge forma femenina de leerling

Véase también: leerling

leer·ling <leerling|en> [lerlɪŋ] SUST. m

1. leerling (scholier(e)):

een voorbeeldige leerling

ein Musterschüler

2. leerling (volgeling):

de leerlingen van Jezus rel.

die Jünger Jesu

3. leerling (aspirant):

Auszubildende(r) m

on·der·stel·ling <onderstelling|en> [ɔndərstɛlɪŋ] SUST. f

1. onderstelling (hypothese, gissing):

onderstelling

Annahme f

2. onderstelling:

onderstelling (als uitgangspunt)

Unterstellung f

onderstelling (als uitgangspunt)

Annahme f

onderstelling (als noodzakelijke voorwaarde)

Voraussetzung f

voor·stel·ling <voorstelling|en> [vorstɛlɪŋ] SUST. f

1. voorstelling:

voorstelling (vertoning)

voorstelling (opvoering ook)

doorlopende voorstelling

durchgehende Vorstellung f

2. voorstelling (afbeelding):

voorstelling

de voorstellingen op de affiches

die Darstellungen auf den Plakaten

3. voorstelling (denkbeeld):

voorstelling

voorstelling

Bild nt

iem een voorstelling van iets geven

jdm ein Bild von etw vermitteln

zich een voorstelling van iets maken

sich dat. eine Vorstellung von etw machen

verkeerde voorstellingen van iets hebben

falsche Vorstellungen von etw haben

4. voorstelling (introductie):

voorstelling

leer·jon·gen <leerjongen|s> [lerjɔŋə(n)] SUST. m

leer·ling <leerling|en> [lerlɪŋ] SUST. m

1. leerling (scholier(e)):

een voorbeeldige leerling

ein Musterschüler

2. leerling (volgeling):

de leerlingen van Jezus rel.

die Jünger Jesu

3. leerling (aspirant):

Auszubildende(r) m

ach·ter·stel·ling <achterstelling|en> [ɑxtərstɛlɪŋ] SUST. f

stel·ling <stelling|en> [stɛlɪŋ] SUST. f

1. stelling (het stellen van een vraag, probleem):

Fragestellung f

Problemstellung f

de stelling van het probleem is onjuist

die Problemstellung ist nicht richtig

2. stelling (wijze waarop iets, iem is geplaatst):

een gunstige stelling opbouwen AJEDR. (dammen)

eine günstige Stellung aufbauen

zwaar geschut in stelling brengen fig. (dammen)

grobes [o. schweres] Geschütz auffahren

3. stelling mil.:

de stellingen betrekken

in Stellung gehen

een kanon in stelling brengen

eine Kanone auffahren

stelling nemen tegen fig.

Stellung nehmen gegen +acus.

4. stelling (steiger):

Gerüst nt

een stelling oprichten

ein Gerüst aufbauen

5. stelling (staand rek):

Gestell nt

Regal nt

de boeken staan op stellingen

die Bücher stehen in Regalen

6. stelling:

stelling (beginsel)

These f

stelling (allgemeen)

een gewaagde stelling

eine kühne These [o. Behauptung]

7. stelling wisk.:

Satz m

Theorem nt

een stelling bewijzen

einen Lehrsatz beweisen

de stelling van Pythagoras

der Satz des Pythagoras

8. stelling (promotie):

These f

9. stelling (getimmerte):

Lattengestell nt

Bock m

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski