neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: aankomend , bekommerd , aankomen , geklommen , opsommen , innemend , bijkomend y/e glimmend

aan·ko·mend [aŋkomənt] ADJ.

1. aankomend (nog niet volwassen):

2. aankomend (nog niet volleerd):

3. aankomend (aanstaand):

aan·ko·men1 <kwam aan, i. aangekomen> [aŋkomə(n)] V. intr.

2. aankomen (het doel treffen):

4. aankomen ((bij toeval) aanraken):

5. aankomen (in gewicht toenemen):

be·kom·merd [bəkɔmərt] ADJ.

glim·mend ADJ.

glimmend → glimmen

Véase también: glimmen

in·ne·mend <innemende, innemender, innemendst> [ɪnemənt] ADJ.

op·som·men <somde op, h. opgesomd> [ɔpsɔmə(n)] V. trans.

ge·klom·men V.

geklommen volt. deelw. van klimmen

Véase también: klimmen

klim·men <klom, h./i. geklommen> [klɪmə(n)] V. intr.

2. klimmen (rijdend, fietsend):

4. klimmen (toenemen, vermeerderen):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski