neerlandés » alemán

Traducciones de „lager“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

la·ger <lager|s> [laɣər] SUST. nt

lager

Lager nt

alemán » neerlandés

Traducciones de „lager“ en el diccionario alemán » neerlandés (Ir a neerlandés » alemán)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ˈLa·ger: sustantivo
ˈLa·ger: sustantivo
ˈLa·ger: sustantivo
ˈla·gern: verbo transitivo
ˈla·gern: verbo intransitivo
ˈla·gern: verbo reflexivo

ˈLa·ger¹ <Lagers, Lager> [ˈlaːgɐ] SUST. nt

1. Lager (provisorische Unterkunft):

kamp nt

in den Ferien ins Lager fahren

in de vakantie op kamp gaan

2. Lager TÉC.:

(kogel)lager nt

3. Lager POL. (ideologische Gruppierung):

4. Lager (Ruheplatz von Tieren):

leger

5. Lager veraltet (Bett):

bed nt

6. Lager GEOL.:

laag

bank

7. Lager ARQUIT.:

ˈLa·ger² <Lagers, Läger> [ˈlaːgɐ] SUST. nt

1. Lager ECON. (für Waren):

magazijn nt

pakhuis nt

etw auf Lager haben

iets in voorraad [o. voorradig] hebben

diese Waren sind nicht mehr am [o. auf ] Lager

deze goederen zijn niet meer in voorraad [o. voorradig]

auf Lager nehmen

eine Überraschung auf Lager haben fig.

een verrassing in petto hebben

Lieferung frei Lager

levering franco pakhuis

das Lager räumen

(alles) opruimen

2. Lager (Vorrat an Waren):

keuze

ein umfangreiches Lager

een ruime sortering [o. keuze]

ˈLa·ger³ SUST. nt kein pl.

Lager → Lagerbier

Véase también: Lagerbier

ˈLa·ger·bier SUST. nt

ˈla·gern¹ [ˈlaːgɐn] V. trans.

1. lagern ECON.:

2. lagern (legen):

den Verletzten flach lagern

de gewonde plat neerleggen

den Kopf eines Ohnmächtigen tief lagern

het hoofd van een bewusteloze omlaagleggen

ˈla·gern² [ˈlaːgɐn] V. intr.

1. lagern (an der Lagerstätte):

2. lagern fig. (liegen):

in ähnlich gelagerten Fällen

in soortgelijke [o. dergelijke] gevallen

dieser Fall ist anders gelagert

dit is een ander geval

dieser Fall ist anders gelagert

deze zaak ligt anders

3. lagern ECON. (Waren):

opgeslagen liggen

in voorraad zijn

4. lagern (für eine bestimmte Zeit ruhen):

lagernde Post

post poste restante

dieser Wein muss noch lagern

deze wijn moet nog blijven liggen

ˈla·gern³ [ˈlaːgɐn] V. v. refl. elev. (sich niederlassen)

gaan zitten [o. liggen] (rusten)

zich uitstrekken

er lagerte sich im Gras

hij ging in het gras liggen [o. zitten]

Ejemplos de uso para lager

lager onderwijs

Grundschulunterricht m

een toontje lager zingen

kleinlaut werden

een octaaf hoger/lager

eine Oktave höher/tiefer

een fractie hoger/lager

ein kleines bisschen höher/niedriger

goederen uit de voorraad verkopen

Güter vom Lager absetzen

iets in voorraad [o. voorradig] hebben

etw auf Lager haben

auf Lager nehmen

levering franco pakhuis

Lieferung frei Lager

(alles) opruimen

das Lager räumen

een ruime sortering [o. keuze]

ein umfangreiches Lager

een kamp/tent opslaan

ein Lager/Zelt aufschlagen

mensen naar een kamp deporteren

Menschen in ein Lager verschleppen

een verrassing in petto hebben

eine Überraschung auf Lager haben fig.

naar de andere kant [o. partij] overlopen

in das andere Lager schwenken

in de vakantie op kamp gaan

in den Ferien ins Lager fahren

met vliegende vaandels naar het andere kamp overlopen

mit fliegenden [o. wehenden] Fahnen in das andere Lager überlaufen fig.

deze goederen zijn niet meer in voorraad [o. voorradig]

diese Waren sind nicht mehr am [o. auf ] Lager

school voor buitengewoon [o. speciaal] (lager) onderwijs nt

Sonderschule

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski