neerlandés » alemán

ge·mas·kerd [ɣəmɑskərt] ADJ.

ge·baard [ɣəbart] ADJ.

heet·ge·ba·kerd [hetxəbakərt] ADJ.

ge·blok·keerd [ɣəblɔkert] ADJ.

1. geblokkeerd (havens, wegen):

2. geblokkeerd (gelden):

3. geblokkeerd psych.:

ge·bak·ken V.

gebakken volt. deelw. van bakken¹, bakken²

Véase también: bakken , bakken

bak·ken2 <bakte, h./i. gebakken> [bɑkə(n)] V. intr.

1. bakken (deegwaar bereiden):

bak·ken1 <bakte, h. gebakken> [bɑkə(n)] V. trans.

1. bakken (deeg, beslag):

ge·bak [ɣəbɑk] SUST. nt geen pl.

ge·bak·je <gebakje|s> [ɣəbɑkjə] SUST. nt

ge·baar <gebaren> [ɣəbar] SUST. nt

1. gebaar (beweging van lichaamsdelen):

Gestik f

3. gebaar (uitdrukkingsbewegingen):

Gestik f

ge·ba·ren <gebaarde, h. gebaard> [ɣəbarə(n)] V. intr.

ge·ba·zel [ɣəbazəl] SUST. nt geen pl.

ge·baand [ɣəbant] ADJ.

le·lij·kerd <lelijkerd|s> [leləkərt] SUST. m

1. lelijkerd (iem die niet mooi is):

2. lelijkerd (gemeen persoon):

Ekel nt

ge·brui·ker <gebruiker|s> [ɣəbrœykər] SUST. m

2. gebruiker (heroïnegebruiker):

ge·bles·seerd [ɣəblɛsert] ADJ.

ge·bab·bel [ɣəbɑbəl] SUST. nt geen pl.

olij·kerd <olijkerd|s> [oləkərt] SUST. m

ver·kik·kerd [vərkɪkərt] ADJ.

ge·bles·seer·de <geblesseerde|n> [ɣəblɛserdə] SUST. m en f


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski