alemán » neerlandés

Traducciones de „volspatten“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ˈab·stat·ten: verbo transitivo
er·ˈstat·ten: verbo transitivo
ge·ˈstat·ten: verbo transitivo
be·ˈstat·ten: verbo transitivo
ˈaus·stat·ten: verbo transitivo
ˈErd·schat·ten: sustantivo
ˈLid·schat·ten: sustantivo
be·ˈgat·ten: verbo transitivo
er·ˈmat·ten: verbo intransitivo
ˈSchat·ten: sustantivo
be·ˈschat·ten: verbo transitivo
ˈWind·schat·ten: sustantivo
über·ˈschat·ten: verbo transitivo
ˈSchlag·schat·ten: sustantivo
ge·ˈlit·ten: verbo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: ausstatten , bestatten , gestatten , erstatten , abstatten , Lidschatten , Erdschatten , gelitten , Schlagschatten , überschatten , Windschatten , beschatten , Schatten , ermatten y/e begatten

ˈab·stat·ten [ˈap-ʃtatn̩] V. trans.

1. abstatten elev.:

abstatten (bringen, (ab)halten)

abstatten (tun)

doen

jdm (einen) Bericht abstatten

aan iem verslag uitbrengen

jdm einen Besuch abstatten

een bezoek bij iem afleggen [o. brengen]

2. abstatten elev. (danken):

jdm (seinen) Dank abstatten

er·ˈstat·ten [ɛɐ̯ˈʃtatn̩] V. trans.

1. erstatten (ersetzen):

2. erstatten ADMIN. (mitteilen):

doen

geven

Anzeige erstatten

Bericht erstatten

verslag uitbrengen

ge·ˈstat·ten [gəˈʃtatn̩] V. trans. elev.

gestatten (erlauben)

gestatten (erlauben)

gestatten (als Höflichkeitsformel)

gestatten Sie?

pardon!

gestatten Sie?

mag ik?

Sie gestatten?

pardon!

Sie gestatten?

mag ik?

be·ˈstat·ten [bəˈʃtatn̩] V. trans.

ter aarde bestellen

ˈaus·stat·ten [ˈ͜ausʃtatn̩] V. trans.

1. ausstatten (versehen):

mit vielen guten Eigenschaften ausgestattet sein

vele goede eigenschappen bezitten

2. ausstatten (einrichten):

ein Zimmer mit Möbeln ausstatten

een kamer meubileren

3. ausstatten (versorgen):

ein gut ausgestattetes Buch

een goed verzorgd boek

ˈErd·schat·ten SUST. m ASTRON.

Erdschatten

ˈLid·schat·ten SUST. m

Lidschatten

be·ˈgat·ten¹ V. trans. elev.

er·ˈmat·ten¹ [ɛɐ̯ˈmatn̩] V. intr.

1. ermatten elev. (ermüden):

moe [o. afgemat] raken

2. ermatten elev. (matt, flau werden):

mat [o. dof] worden

ˈSchat·ten <Schattens, Schatten> [ˈʃatn̩] SUST. m

1. Schatten:

Schatten (Schemen)

jdn/etw in den Schatten stellen

iem/iets in de schaduw stellen

einem Schatten nachjagen elev.

een hersenschim najagen

nur ein Schatten seiner selbst sein

nog maar een schim [o. schaduw] van zichzelf zijn

Schatten spendende Bäume elev.

schaduwgevende bomen

(nicht) über den eigenen Schatten springen können fig.

(niet) over zijn eigen schaduw kunnen springen

(nicht) über den eigenen Schatten springen können fig.

(niet) uit zijn eigen huid kunnen kruipen

nicht der Schatten eines Verdachts

niet de minste verdenking

(s)einen Schatten auf etw werfen elev. fig.

een schaduw werpen op iets

2. Schatten (Ringe unter den Augen):

einen Schatten haben coloq.

niet goed snik zijn

be·ˈschat·ten V. trans.

1. beschatten (Schatten geben):

beschatten fig. a.

een schaduw werpen op

2. beschatten (überwachen):

3. beschatten DEP.:

ˈWind·schat·ten SUST. m

Windschatten

luwte

Windschatten

über·ˈschat·ten [yːbɐˈʃatn̩] V. trans.

überschatten

overschaduwen ook fig.

ˈSchlag·schat·ten SUST. m

Schlagschatten

ge·ˈlit·ten [gəˈlɪtn] V.

gelitten part. pas. von leiden¹, leiden²

Véase también: leiden , leiden

ˈlei·den² <litt, gelitten> [ˈl͜aidn̩] V. intr.

an einer Krankheit leiden

aan een ziekte lijden

ˈlei·den¹ <litt, gelitten> [ˈl͜aidn̩] V. trans.

1. leiden (erdulden):

Ängste leiden

angst(en) uitstaan [o. doorstaan]

2. leiden (mögen):

etw (auf den Tod) nicht leiden können

iets (absoluut) niet kunnen uitstaan

ich mochte ihn nie so recht leiden

ik heb hem nooit erg gemogen

3. leiden elev. (dulden):

die Sache leidet keinen Aufschub

de zaak duldt geen uitstel

Consultar el diccionario

alemán

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski