neerlandés » alemán

Traducciones de „uitbrengen“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

uit·bren·gen <bracht uit, h. uitgebracht> [œydbrɛŋə(n)] V. trans.

1. uitbrengen (van zich doen uitgaan):

uitbrengen
uitbrengen
een toost uitbrengen op de jubilaris
hij kon geen woord uitbrengen

2. uitbrengen:

uitbrengen (kenbaar maken)
uitbrengen (verslag, rapport)
een akte uitbrengen jur.
zijn stem uitbrengen op een kandidaat

3. uitbrengen (openbaren):

uitbrengen
uitbrengen
uitbrengen
een geheim uitbrengen

4. uitbrengen:

uitbrengen (op de markt brengen)
uitbrengen (gedrukt werk)

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski