alemán » neerlandés

Traducciones de „gedröhn“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ge·ˈdro·schen: verbo
ge·ˈdieh: verbo
ge·ˈdacht: verbo
ge·ˈwohnt: adjetivo y adverbio
ˈdro·hen: verbo intransitivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: gedroschen , drohen , gewohnt , gedacht y/e gedieh

ge·ˈdro·schen [gəˈdrɔʃn̩] V.

gedroschen part. pas. von dreschen

Véase también: dreschen

ˈdre·schen <drosch, gedroschen> [ˈdrɛʃn̩] V. trans.

1. dreschen:

Phrasen dreschen fig.

holle frasen verkopen

Skat dreschen coloq.

aldoor skaat spelen

leeres Stroh dreschen AGR.

(onzin) kletsen

leeres Stroh dreschen AGR.

2. dreschen coloq. (schlagen):

slaan

auf die Tasten dreschen

op de toetsen hameren [o. beuken]

das Klavier dreschen

op de piano zitten te beuken

3. dreschen coloq.:

den Ball ins Tor dreschen

de bal in het doel knallen

ge·ˈdieh [gəˈdiː] V.

gedieh 3. pers sing. imperf. von gedeihen

Véase también: gedeihen

ge·ˈdei·hen <gedieh, gediehen> [gəˈd͜aiən] V. intr.

1. gedeihen (sich gut entwickeln):

gedijen ook fig.

2. gedeihen (vorankommen):

ge·ˈdacht² [gəˈdaxt] V.

gedacht part. pas. von denken¹, denken², denken³

Véase también: denken , denken , denken

ˈden·ken³ <dachte, gedacht> [ˈdɛŋkn̩] V. v. refl.

1. denken (sich vorstellen):

zich voorstellen

ich hätte es mir denken können

ik had het kunnen weten

ich denke mir mein(en) Teil dabei coloq.

ik denk er het mijne van

2. denken (glauben):

zich verbeelden

was denken Sie sich eigentlich? coloq.

wat denkt u eigenlijk wel?

ˈden·ken² <dachte, gedacht> [ˈdɛŋkn̩] V. trans. (urteilen)

nichts Böses dabei denken

niets kwaads vermoeden

ˈden·ken¹ <dachte, gedacht> [ˈdɛŋkn̩] V. intr.

1. denken (meinen):

denkste! coloq.

dat had je gedacht!

gedacht, getan coloq.

zo gezegd, zo gedaan

Denken ist Glückssache! coloq.

dat had je gedacht!

2. denken (sich erinnern):

das geschieht schon, solange ich denken kann

dat gebeurt al zolang ik me kan herinneren

3. denken (beabsichtigen):

er denkt nur an seinen Vorteil

hij is alleen op eigen voordeel bedacht [o. denkt alleen maar aan eigen voordeel]

erst denken, dann handeln provb.

bezint eer ge begint

erst denken, dann handeln provb.

eerst denken, dan doen

ge·ˈwohnt [gəˈvoːnt] ADJ.

etw gewohnt sein

iets gewoon [o. gewend] zijn

jung gewohnt, alt getan provb.

jong geleerd [o. gewend] , oud gedaan

ˈdro·hen [ˈdroːən] V. intr.

1. drohen (bedrohen):

2. drohen fig. (erwarten, treffen):

te wachten staan

Krankheiten drohen jedem Menschen

ziekten vormen voor ieder mens een bedreiging

3. drohen (unangenehmerweise bevorstehen):

op het punt staan

Ejemplos monolingües (no verificados por la redacción de PONS)

alemán

Auch wurde ihr Grundbesitz durch das Gedröhn der tief fliegenden Geschwader massiv entwertet. de.wikipedia.org

Consultar el diccionario

alemán

Consultar "gedröhn" en otros idiomas

"gedröhn" en los diccionarios monolingües alemán

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski