neerlandés » alemán

schrij·ven1 [sxrɛivə(n)] SUST. nt geen pl.

schrij·ven3 <schreef, h. geschreven> [sxrɛivə(n)] V. intr.

1. schrijven (geschikt zijn om mee te schrijven):

schrijven
schrijven

2. schrijven (beschrijfbaar zijn):

schrijven

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski