neerlandés » alemán

Traducciones de „rijden“ en el diccionario neerlandés » alemán (Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados
rij·den
verbo
rij·den
verbo

rij·den1 <reed, h. gereden> [rɛidə(n)] V. trans.

rijden (vervoeren)
fahren
rijden (een rijdier)
reiten
rijden ((een auto) besturen)
fahren

rij·den2 <reed, h./i. gereden> [rɛidə(n)] V. intr.

1. rijden ((op) een rijdier):

rijden
reiten

2. rijden (rijeigenschappen):

rijden
sich fahren (lassen)
die fiets rijdt lekker
dieses Fahrrad fährt sich gut

3. rijden (schaatsen):

rijden
Schlittschuh laufen
zit niet zo op die stoel te rijden
rutsch nicht so auf dem Stuhl herum

Ejemplos de uso para rijden

rechts rijden
rechts fahren
verkeerd rijden
sich verfahren
stapvoets rijden (te paard)
im Schritt reiten
door een stoplicht rijden
eine rote Ampel überfahren
door rood licht rijden
bei Rot durchfahren
verboden in te rijden
Einfahrt verboten
een scheve schaats rijden fig. coloq.
sich danebenbenehmen
in file rijden
Kolonne fahren
rijden onder invloed
unter Alkoholeinfluss fahren
uit rijden gaan
spazieren fahren
rijden op diesel
Diesel fahren
verkeerd kijken/rijden
sich versehen/sich verfahren
hij kan goed schaatsen rijden
er kann gut Schlittschuh laufen
het is een uur rijden
die Fahrt dauert eine Stunde
iem in de wielen rijden fig.
jdm einen Strich durch die Rechnung machen coloq.
die brommers rijden maar aan
die Mopeds fahren nur so drauflos
een auto total loss rijden
ein Auto zu Schrott fahren

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares