neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: ooggetuige , getuigen , kroongetuige , hoogsteigen , overtuigen , optuigen y/e betuigen

oog·ge·tui·ge <ooggetuige|n> [oxətœyɣə] SUST. m

ge·tui·gen1 <getuigde, h. getuigd> [ɣətœyɣə(n)] V. intr.

2. getuigen (spreken in het nadeel, voordeel van):

3. getuigen (tonen, blijk geven):

kroon·ge·tui·ge <kroongetuige|n> [kroŋɣətœyɣə] SUST. f

op·tui·gen <tuigde op, h. opgetuigd> [ɔptœyɣə(n)] V. trans.

2. optuigen scheepv.:

3. optuigen (een rijdier):

4. optuigen (personen):

auftakeln coloq.
aufdonnern argot

over·tui·gen1 <overtuigde, h. overtuigd> [ovərtœyɣə(n)] V. trans. (laten inzien dat iets waar is)

hoogst·ei·gen [hoxstɛiɣə(n)] ADJ.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski