neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: droefenis , drossen , droppen , dronken , drongen , droesem , droegen , dropen , dromen , drogen y/e omwonenden

droe·fe·nis [drufənɪs] SUST. f geen pl.

om·wo·nen·den [ɔmwonəndə(n)] SUST. pl.

dro·gen1 <droogde, h. gedroogd> [droɣə(n)] V. trans. (droog maken, conserveren)

dro·pen V.

dropen 3. pers. pl. imperf. van druipen

Véase también: druipen

droe·gen V.

droegen 3. pers. pl. imperf. van dragen¹, dragen²

Véase también: dragen , dragen

dra·gen2 <droeg, h. gedragen> [draɣə(n)] V. intr.

3. dragen (zwanger zijn):

droe·sem <droesem|s> [drusəm] SUST. m

dron·gen V.

drongen 3. pers. pl. imperf. van dringen¹, dringen²

Véase también: dringen , dringen

drin·gen2 <drong, h./i. gedrongen> [drɪŋə(n)] V. intr.

2. dringen (voorwaartse druk uitoefenen):

dringen coloq.

drin·gen1 <drong, h. gedrongen> [drɪŋə(n)] V. trans.

dron·ken1 <dronken, dronkener, meest dronken> [drɔŋkə(n)] ADJ.

2. dronken (buiten zichzelf) + van:

-trunken

drop·pen <dropte, h. gedropt> [drɔpə(n)] V. trans.

1. droppen (ergens afzetten):

2. droppen (uit een vliegtuig werpen):

dros·sen <droste, i. gedrost> [drɔsə(n)] V. intr. coloq.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski