neerlandés » alemán

Traducciones de „Berges“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ber·gen: verbo
be·roeps: adjetivo y adverbio
Ber·gen: sustantivo
berg·af: adverbio
berg·op: adverbio
le·ges: sustantivo
be·roep: sustantivo
berg: sustantivo
er·gens: adverbio

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: bergen , beroeps , ergens , berg , beroep , leges , bergop , bergaf y/e Bergen

ber·gen <borg, h. geborgen> [bɛrɣə(n)] V. trans.

1. bergen (opbergen):

de oogst bergen

die Ernte einbringen

2. bergen scheepv.:

3. bergen (opnemen):

dat schip kan veel lading bergen

dieses Schiff kann viel laden

4. bergen (in veiligheid brengen):

be·roeps [bərups] ADJ. pred.

Profi m

Ber·gen [bɛrɣə(n)] SUST. nt geen pl. bel.

Mons nt kein pl.

berg·af [bɛrəxɑf] ADV.

den Berg hinunter

de rit bergaf

berg·op [bɛrəxɔp] ADV.

den Berg hinauf

le·ges [leɣɛs] SUST. pl.

Gebühren pl.

be·roep <beroep|en> [bərup] SUST. nt

1. beroep:

beroep (betrekking)

Beruf m

beroep (ambacht)

Gewerbe nt

een beroep uitoefenen

einen Beruf ausüben

een beroep uitoefenen

ein Gewerbe (be)treiben

wat is zij van beroep?

was ist sie von Beruf?

wat is zij van beroep?

was macht sie beruflich?

iem die een vrij beroep uitoefent

ein Freiberufler

iem die een vrij beroep uitoefent

ein freiberuflich Tätiger

zonder beroep

2. beroep:

een beroep doen op iem/iets (verzoek om bijstand)

jdn/etw in Anspruch nehmen

een beroep doen op iems verantwoordelijkheidsgevoel

an jds Verantwortungsgefühl appellieren

3. beroep jur.:

in (hoger) beroep gaan

Berufung einlegen

vrijgesproken in beroep

freigesprochen in zweiter Instanz

4. beroep (het roepen tot een waardigheid, ambt):

Ruf m

berg <berg|en> [bɛrx] SUST. m

1. berg (verheffing):

berg

Berg m

iem gouden bergen beloven fig.

jdm goldene Berge versprechen

ergens tegenop zien als tegen een berg

einer Sache mit Schrecken entgegensehen

als de berg niet naar Mohammed wil gaan, moet Mohammed naar de berg gaan provb.

wenn der Berg nicht zum Propheten kommt, so muss der Prophet zum Berge kommen

2. berg (hoeveelheid):

berg

Berg m

berg

Haufen m

berg

Menge f

een berg papieren

ein Wust Papier

een berg zand

er·gens [ɛrɣəns] ADV.

1. ergens (waar dan ook):

ergens anders

ergens anders

heb je dat ooit ergens gehoord?

hast du das irgendwo schon mal gehört?

2. ergens (op zekere plaats):

daar ergens

dort [o. da] irgendwo

ik heb dat ergens gelezen

ich habe das irgendwo gelesen

ergens heen/ ergens vandaan

irgendwohin/irgendwoher

3. ergens (in enig opzicht):

ik kan hem ergens toch wel waarderen

irgendwie weiß ich ihn doch zu schätzen

4. ergens (iets):

etwas

irgendwas coloq.

hij zocht ergens naar

er suchte irgendetwas

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski