neerlandés » alemán

Traducciones de „geflügelte“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: gevogelte , gehemelte , gedeelte , gefluister , keelholte , gestalte , gehalte , gefingeerd , verhemelte y/e gefloten

ge·vo·gel·te [ɣəvoɣəltə] SUST. nt geen pl.

1. gevogelte (vogels voor consumptie):

2. gevogelte (de gezamenlijke vogels):

Vögel pl.

gevogelte jacht

Federwild nt espec.

ge·fluis·ter [ɣəflœystər] SUST. nt geen pl.

gefluister pey.

ge·deel·te <gedeelte|n, gedeelte|s> [ɣədeltə] SUST. nt

Teil m

gedeelte (element, onderdeel, bijv. van kleding, machine)

Teil nt

het achterste gedeelte

der hintere Teil

het achterste gedeelte van de trein

het gedeelte van een bedrag

bij gedeelten

bij gedeelten ook econ.

het bovenste gedeelte

der/das Oberteil

het eerste gedeelte van de tweede symfonie muz.

der erste Satz der 2. Sinfonie

het grootste gedeelte van het jaar

der größte Teil des Jahres

het middelste gedeelte

het onderste gedeelte

der/das Unterteil

voor een gedeelte

teilweise/teils

voor een gedeelte

het voorste gedeelte

der/das Vorderteil

ge·he·mel·te <gehemelte|n, gehemelte|s> [ɣəheməltə] SUST. nt

Gaumen m

een gespleten gehemelte med.

eine Gaumenspalte

ge·flo·ten V.

gefloten volt. deelw. van fluiten¹, fluiten²

Véase también: fluiten , fluiten

flui·ten² <floot, h. gefloten> [flœytə(n)] V. intr.

1. fluiten (op een fluitje blazen):

de scheidsrechter floot voor buitenspel

der Schiedsrichter pfiff Abseits

hij zat een deuntje te fluiten

er pfiff vor sich acus. hin

2. fluiten (fluitinstrument bespelen):

3. fluiten (geluid van een fluit voortbrengen):

de merels fluiten

die Amseln singen

op zijn vingers fluiten

auf den Fingern pfeifen

de kogels floten om mijn oren

die Kugeln pfiffen mir um die Ohren

daar kun je naar fluiten

das kannst du in den Schornstein schreiben

flui·ten¹ <floot, h. gefloten> [flœytə(n)] V. trans.

1. fluiten (geluid voortbrengen):

zijn hondje fluiten

(nach) seinem Hund pfeifen

2. fluiten (als scheidsrechter leiden):

ver·he·mel·te <verhemelte|n, verhemelte|s> [vərheməltə] SUST. nt

Gaumen m

ge·fin·geerd [ɣəfɪŋɣert] ADJ.

fingiert form.

een gefingeerd verhaal

eine frei erfundene Geschichte

ge·hal·te <gehalte|n, gehalte|s> [ɣəhɑltə] SUST. nt

1. gehalte:

gehalte (innerlijke waarde: van zaken)

Gehalt m

gehalte (innerlijke waarde: van personen)

Format nt

gehalte (innerlijke waarde: van personen)

Kaliber nt coloq.

een onderzoek van laag/hoog gehalte

eine minderwertige/hochwertige Studie

iem van gehalte

2. gehalte (betrekkelijke hoeveelheid):

Gehalt m

het gehalte aan zuurstof in de lucht bepalen

den Sauerstoffgehalt der Luft bestimmen

ge·stal·te <gestalte|n, gestalte|s> [ɣəstɑltə] SUST. f

1. gestalte (figuur):

Gestalt f

Figur f

een rijzige gestalte

eine hochwüchsige Gestalt

2. gestalte (gedaante):

Gestalt f

gestalte geven (aan iets)

einer Sache Gestalt geben

gestalte krijgen

Gestalt annehmen

keel·hol·te <keelholte|n, keelholte|s> [kelhɔltə] SUST. f

Rachen m

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski