Traducciones de „Umladung“ en el diccionario neerlandés » alemán

la·ding <lading|en> [ladɪŋ] SUST. f

1. lading elek.:

lading

Ladung f

2. lading (vracht):

lading

Ladung f

lading

Last f

de vlag dekt de lading fig.

es entspricht den Erwartungen

hij heeft er een hele lading van coloq.

er hat ganze Ladungen davon

een schip met volle lading

ein voll beladenes Schiff

3. lading (ontplofbare stof):

lading

Ladung f

om·laag [ɔmlax] ADV.

1. omlaag:

omlaag (beneden: naar de spreker toe)

herab

omlaag (beneden: naar de spreker toe)

herunter

omlaag (beneden: van de spreker vandaan)

hinab

omlaag (beneden: van de spreker vandaan)

hinunter

naar omlaag

nach unten

naar omlaag

hinunter

naar omlaag

herunter

naar omlaag

hinab

naar omlaag

herab

locuciones, giros idiomáticos:

met het hoofd omlaag (naar beneden)

mit gesenktem Kopf

het werkloosheidscijfer moet omlaag

die Arbeitslosenzahl muss niedriger werden

la·den <laadde, h. geladen> [ladə(n)] V. trans.

1. laden (bevrachten):

laden

(be)laden

goederen in een schip laden

Güter auf ein Schiff laden

een kar vol met stenen laden

einen Karren mit Steinen vol laden

laden en lossen

laden und entladen

laden en lossen

ein- und ausladen

het schip is te zwaar geladen

das Schiff hat zu schwer geladen

2. laden (vuurwapens):

laden

laden

3. laden (van elektriciteit voorzien):

laden

laden

hij is geladen fig.

er ist geladen

af·la·den <laadde af, h. afgeladen> [ɑfladə(n)] V. trans.

afladen

abladen

be·la·den <belaadde, h. beladen> [bəladə(n)] V. trans.

beladen

beladen

te zwaar beladen

überladen

zwaar beladen bomen fig.

Bäume voller Früchte