neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: rechtsorde , rechtswinkel , rechtsmiddel , rechtskosten , rechtsom , rechtscollege , rechtsgebied , rechtstreeks , rechtspreken , rechtspraak , rechtschapen , rechtsbuiten , rechtsachter , rechtswege , rechtszaal , rechtspersoon , rechtshandig , rechtsgeding , rechtsstaat , rechtskundig , rechtsgevolg , rechtsgeldig , rechtstaan , rechtszaak y/e rechtsaf

rechts·or·de [rɛxtsɔrdə] SUST. f geen pl.

rechts·om [rɛxtsɔm] ADV.

rechts·kos·ten [rɛx(t)skɔstə(n)] SUST. pl.

rechts·mid·del <rechtsmiddel|en> [rɛxtsmɪdəl] SUST. nt

rechts·win·kel <rechtswinkel|s> [rɛxtswɪŋkəl] SUST. m

rechts·col·le·ge <rechtscollege|s> [rɛxtskɔleʒə] SUST. nt

rechts·zaal <rechts|zalen> [rɛxtsal] SUST. f

rechts·we·ge [rɛxtsweɣə]

rechts·ach·ter <rechtsachter|s> [rɛxtsɑxtər] SUST. m DEP.

rechts·bui·ten <rechtsbuiten|s> [rɛxtsbœytə(n)] SUST. m DEP.

recht·scha·pen <rechtschapen, rechtschapener, meest rechtschapen> [rɛxtsxapə(n)] ADJ.

recht·spraak [rɛxtsprak] SUST. f geen pl.

2. rechtspraak (rechtspleging):

rechtspraak
Rechtspflege f

3. rechtspraak (jurisprudentie):

rechtspraak
Rechtsprechung f

recht·spre·ken <sprak recht, h. rechtgesproken> [rɛxtsprekə(n)] V. intr.

recht·streeks1 <rechtstreekse, rechtstreekser, meest rechtstreeks> [rɛxtstreks] ADJ.

rechts·ge·bied [rɛxtsxəbit] SUST. nt geen pl.

1. rechtsgebied (bevoegdheid tot rechtspreken):

rechtsgebied
Gerichtsbarkeit f

3. rechtsgebied (al wat de rechtspraak betreft):

rechtsgebied
juristische(s) Gebiet nt
boeken op rechtsgebied
juristische Bücher pl.

rechts·per·soon <rechtsper|sonen> [rɛxtspɛrson] SUST. m

rechts·af [rɛxtsɑf] ADV.

rechts·zaak <rechts|zaken> [rɛxtsak] SUST. f

2. rechtszaak (zaken) pl.:

rechtszaak
Rechtsangelegenheiten pl.

recht·staan <stond recht, i. rechtgestaan> [rɛxtstan] V. intr. bel.

rechts·gel·dig [rɛxtsxɛldəx] ADJ.

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares