neerlandés » alemán

on·der·han·de·laar <onderhandelaar|s, onderhande|laren> [ɔndərhɑndəlar] SUST. m

on·der·han·de·ling <onderhandeling|en> [ɔndərhɑndəlɪŋ] SUST. f

on·der·hand [ɔndərhɑnt] ADV. (intussen)

on·der·han·de·laar·ster SUST. f

onderhandelaarster forma femenina de onderhandelaar

Véase también: onderhandelaar

on·der·han·de·laar <onderhandelaar|s, onderhande|laren> [ɔndərhɑndəlar] SUST. m

on·der·ˈhou·den1 <onderhield zich, h. zich onderhouden> [ɔndərhɑudə(n)] V. wk ww

onderhouden zich onderhouden (spreken):

on·der·hou·dend <onderhoudende, onderhoudender, onderhoudendst> [ɔndərhɑudənt] ADJ.

on·der·pand <onderpand|en> [ɔndərpɑnt] SUST. nt

2. onderpand (een verbintenis, belofte):

Pfand nt

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski