Traducciones de „Tüchern“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

ku·chen <kuchte, h. gekucht> [kʏxə(n)] V. intr.

kuchen

hüsteln

kuchen

sich räuspern

tucht [tʏxt] SUST. f geen pl.

1. tucht (discipline):

tucht

Disziplin f

de tucht handhaven

Disziplin wahren [o. üben]

2. tucht (voorschriften, maatregelen):

tucht

Zucht f

kloosterlijke tucht

Klosterzucht f

vou·cher <voucher|s> [vɑutʃər] SUST. m

voucher (tegoedbon)

Gutschein m

voucher (bewijs van betaling)

Voucher m nt nt

voucher (bewijs van betaling)

Buchungsbestätigung f

tur·nen <turnde, h. geturnd> [tʏrnə(n)] V. intr.

turnen

turnen

het vrije turnen

das Bodenturnen

tu·ner <tuner|s> [cuːnər] SUST. m

tuner

Tuner m

dou·chen <douchte, h. gedoucht> [duʃə(n)] V. intr.

douchen

(sich) duschen

plu·chen [plyʃən] ADJ.

pluchen

Plüsch-

het pluche beest

das Stofftier

scherm <scherm|en> [sxɛrm] SUST. nt

1. scherm:

scherm (wat dient tot bescherming)

Schirm m

scherm (allgemeen)

Schutz m

2. scherm (toneeldoek):

scherm

Vorhang m

de man achter de schermen fig.

der Drahtzieher

de man achter de schermen fig.

der Hintermann

achter de schermen blijven fig.

hinter den Kulissen bleiben

een kijkje achter de schermen nemen fig.

einen Blick hinter die Kulissen werfen

het scherm ophalen

den Vorhang aufziehen

het scherm ophalen fig.

den Vohang heben

3. scherm:

scherm (beeldscherm)

Schirm m

scherm (beeldbuis)

Bildschirm m

scherm (projectiescherm)

Leinwand f

dia's op een scherm projecteren

Dias auf eine Leinwand projizieren

4. scherm (bloeiwijze):

scherm

Dolde f

tuch·ti·ging <tuchtiging|en> [tʏxtəɣɪŋ] SUST. f

tuchtiging

Züchtigung f

tucht·recht [tʏxtrɛxt] SUST. nt geen pl.

tuchtrecht

Disziplinarrecht nt