neerlandés » alemán

aan·to·nen <toonde aan, h. aangetoond> [antonə(n)] V. trans.

3. aantonen (tot uitdrukking brengen):

sanc·ti·o·ne·ren <sanctioneerde, h. gesanctioneerd> [sɑŋkʃonerə(n)] V. trans.

ont·tro·nen <onttroonde, h. onttroond> [ɔntronə(n)] V. trans.

mee·tro·nen <troonde mee, h. meegetroond> [metronə(n)] V. trans.

ra·ti·o·neel <rationele, rationeler, rationeelst> [ra(t)ʃonel, rɑsjonel] ADJ.

1. rationeel (verstandelijk):

3. rationeel (economisch efficiënt):

ad·di·ti·o·neel [ɑdi(t)ʃonel]

additioneel [[o. ɑdisjonel]] ADJ.:

be·kro·nen <bekroonde, h. bekroond> [bəkronə(n)] V. trans.

1. bekronen (een prijs toekennen aan):

2. bekronen (een goed einde geven aan):

bij·wo·nen <woonde bij, h. bijgewoond> [bɛiwonə(n)] V. trans.

1. bijwonen (opzettelijk):

beiwohnen form. +dat.
teilnehmen an +dat.

2. bijwonen (zonder opzet):

bijwonen coloq.

ver·to·nen2 <vertoonde, h. vertoond> [vərtonə(n)] V. trans.

1. vertonen (doen blijken, zien):

2. vertonen (een voorstelling geven):

ver·wo·nen <verwoonde, h. verwoond> [vərwonə(n)] V. trans.

sa·men·wo·nen <woonde samen, h. samengewoond> [samə(n)wonə(n)] V. intr.

1. samenwonen (ongehuwd samenleven):

2. samenwonen (bij elkaar wonen):

wohnen bei +dat.

emo·ti·o·neel [emo(t)ʃonel]

emotioneel [[o. emosjonel]] emotionele, emotioneler, emotioneelst ADJ.:

fic·ti·o·neel [fɪkʃonel] ADJ.

tra·di·ti·o·neel <traditionele, traditioneler, traditioneelst> [tradi(t)ʃonel, trɑdisjonel] ADJ.

1. traditioneel (een traditie uitmakend):

2. traditioneel (gebruikelijk):

func·ti·o·ne·ren <functioneerde, h. gefunctioneerd> [fʏŋkʃonerə(n)] V. intr.

re·dac·ti·o·neel [redɑkʃonel] ADJ.


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski