neerlandés » alemán

spoor·boek·je <spoorboekje|s> [sporbukjə] SUST. nt

spoor·baan <spoor|banen> [sporban] SUST. f

spoor·breed·te <spoorbreedte|n, spoorbreedte|s> [sporbretə] SUST. f

spoor·lijn <spoorlijn|en> [sporlɛin] SUST. f

spoor·trein <spoortrein|en> [sportrɛin] SUST. m

1. spoortrein (trein):

Zug m

2. spoortrein (speelgoed):

spoor·weg·net <spoorwegnet|ten> [sporwɛxnɛt] SUST. nt

spoor·wijd·te SUST. f

spoorwijdte → spoorbreedte

Véase también: spoorbreedte

spoor·breed·te <spoorbreedte|n, spoorbreedte|s> [sporbretə] SUST. f

spoor·boom <spoor|bomen> [sporbom] SUST. m

spoor·brug <spoorbrug|gen> [sporbrʏx] SUST. f

spoor·wach·ter <spoorwachter|s> [sporwɑxtər] SUST. m


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski