neerlandés » alemán

Traducciones de „denkster“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

Mostrar un resumen de todos los resultados

werk·ster: sustantivo
vrij·denk·ster: sustantivo
wreek·ster: sustantivo
denk·baar: adjetivo y adverbio
maak·ster: sustantivo
rook·ster: sustantivo
kijk·ster: sustantivo
be·zoek·ster: sustantivo
spreek·ster: sustantivo
be·werk·ster: sustantivo
eed·breek·ster: sustantivo
denk·beeld: sustantivo
staak·ster: sustantivo
denk·fout: sustantivo
denk·lijn: sustantivo
denk·tank
uit·blink·ster: sustantivo
schrok·ster: sustantivo
schaak·ster: sustantivo
strijk·ster: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: werkster , wreekster , vrijdenkster , kijkster , rookster , maakster , denkbaar , bewerkster , spreekster , bezoekster , eedbreekster , staakster , denkbeeld , aanstookster , strijkster , schaakster , schrokster , uitblinkster , denktank , denklijn y/e denkfout

werk·ster <werkster|s> [wɛrkstər] SUST. f

1. werkster (zij die werkt):

een sociaal/maatschappelijk werkster

eine Sozialarbeiterin/Wohlfahrtspflegerin

2. werkster (schoonmaakster):

Rein(e)machefrau f

Raumpflegerin f

ik krijg vandaag de werkster

heute kommt meine Putzfrau

vrij·denk·ster SUST. f

vrijdenkster forma femenina de vrijdenker

Véase también: vrijdenker

vrij·den·ker <vrijdenker|s> [vrɛidɛŋkər] SUST. m

wreek·ster SUST. f

wreekster forma femenina de wreker

Véase también: wreker

wre·ker <wreker|s> [vrekər] SUST. m

Rächer m

denk·baar [dɛŋɡbar] ADJ.

denkbaar (ook maar enigszins verzinbaar)

de best denkbare oplossing

die denkbar beste Lösung

maak·ster SUST. f

maakster forma femenina de maker

Véase también: maker

ma·ker <maker|s> [makər] SUST. m

1. maker:

maker (vervaardiger)

maker (vormgever)

maker (bouwsel)

Erbauer m

2. maker rel.:

rook·ster <rookster|s> [rokstər] SUST. f

rookster forma femenina de roker

Véase también: roker

ro·ker <roker|s> [rokər] SUST. m

1. roker (iem die tabak rookt):

Raucher m

2. roker (iem die vis, vlees rookt):

kijk·ster SUST. f

kijkster forma femenina de kijker

Véase también: kijker

kij·ker <kijker|s> [kɛikər] SUST. m

1. kijker (toeschouwer):

2. kijker (verrekijker):

Fernrohr nt

Fernglas nt

iets/iem in de kijker(s) hebben fig.

etw/jdn durchschauen

be·zoek·ster SUST. f

bezoekster forma femenina de bezoeker

Véase también: bezoeker

be·zoe·ker <bezoeker|s> [bəzukər] SUST. m

spreek·ster SUST. f

spreekster forma femenina de spreker

Véase también: spreker

spre·ker <spreker|s> [sprekər] SUST. m

1. spreker:

spreker (redenaar)

Redner m

spreker (woordvoerder)

één van de voorgaande sprekers

einer der Vorredner

2. spreker (taal, dialect):

de sprekers van dit dialect

die Sprecher dieses Dialekts

be·werk·ster SUST. f

bewerkster forma femenina de bewerker

Véase también: bewerker

be·wer·ker <bewerker|s> [bəwɛrkər] SUST. m

eed·breek·ster SUST. f

eedbreekster forma femenina de eedbreker

Véase también: eedbreker

eed·bre·ker <eedbreker|s> [edbrekər] SUST. m

Eidbrüchige(r) m

denk·beeld <denkbeeld|en> [dɛŋɡbelt] SUST. nt

1. denkbeeld (idee; plan):

Idee f

Gedanke m

2. denkbeeld (begrip):

zich een denkbeeld vormen van

sich dat. eine Vorstellung machen von dat.

3. denkbeeld (mening):

Gedanken pl.

zijn denkbeelden omtrent de politieke situatie

seine Gedanken über die politische Situation

4. denkbeeld (denkwijze) pl.:

Denkart f

Ansicht f

er wonderlijke denkbeelden op nahouden

seltsame Ansichten haben

staak·ster <staakster|s> SUST. f

staakster forma femenina de staker

Véase también: staker

sta·ker <staker|s> [stakər] SUST. m en f

Streikende(r) f(m)

de postende staker

der Streikposten

denk·fout <denkfout|en> [dɛŋkfɑut] SUST. f

denk·lijn <denklijn|en> [dɛŋklɛɪn] SUST. f

op dezelfde denklijn zitten

die gleiche Denkweise haben

wij zitten op dezelfde denklijn

in dieser Hinsicht [o. Frage] denke ich wie du [o. Sie]

denk·tank [dɛŋktɛŋk]

denktank [[o. dɛŋktɑŋk]] denktank|s SUST. m:

Expertengruppe f

uit·blink·ster SUST. f

uitblinkster forma femenina de uitblinker

Véase también: uitblinker

uit·blin·ker <uitblinker|s> [œydblɪŋkər] SUST. m

Könner m

Ass nt coloq.

schrok·ster SUST. f

schrokster forma femenina de schrokker

Véase también: schrokker

schrok·ker <schrokker|s> [sxrɔkər] SUST. m

schaak·ster SUST. f

schaakster forma femenina de schaker

Véase también: schaker

scha·ker <schaker|s> [sxakər] SUST. m

1. schaker (schaakspeler):

Schachspieler m

2. schaker (ontvoerder):

strijk·ster SUST. f

strijkster forma femenina de strijker

Véase también: strijker

strij·ker <strijker|s> [strɛɪkər] SUST. m

1. strijker (musicus):

2. strijker (genezer):

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski