Traducciones de „cijfermatig“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

over·ˈma·tig [ovərmatəx] ADJ.

overmatig

übermäßig

mid·del·ma·tig <middelmatige, middelmatiger, meest middelmatig> [mɪdəlmatəx] ADJ.

1. middelmatig (gemiddeld):

middelmatig

mittlere(r, s)

middelmatig

durchschnittliche(r, s)

een middelmatige leerling

ein Durchschnittsschüler

2. middelmatig (zwakjes):

middelmatig

mittelmäßig

middelmatig

durchschnittlich

slechts middelmatige prestaties leveren

nur mittelmäßig abschneiden

cij·fer·fout <cijferfout|en> [sɛɪfərfɑut] SUST. f

cijferfout

Rechenfehler m

cij·fer·boek <cijferboek|en> [sɛɪfərbuk] SUST. nt

cijferboek

Rechenbuch nt

cij·fer·klok <cijferklok|ken> [sɛɪfərklɔk] SUST. f

cijferklok

Digitaluhr f

cij·fer·lijst <cijferlijst|en> [sɛifərlɛist] SUST. f

cijferlijst

Zahlenkolonne f

cijferlijst (schoolrapport)

Zeugnis nt

cijferlijst (schoolrapport)

Schulzeugnis nt

cij·fer <cijfer|s> [sɛifər] SUST. nt

1. cijfer (teken):

cijfer

Ziffer f

Arabische cijfers

arabische Ziffern

2. cijfer (uitgedrukt getal):

cijfer

Zahl f

een getal van vijf cijfers

eine fünfstellige Zahl

getallen die in de vijf cijfers lopen

fünfstellige Zahlen

iets onder cijfers brengen

etw in Zahlen ausdrücken

in de rode cijfers staan fig.

roten Zahlen schreiben

in de rode cijfers staan fig.

in den roten Zahlen stecken

in de zwarte cijfers komen

wieder schwarze Zahlen schreiben

3. cijfer (maatstaf):

cijfer

Note f

cijfer

Zensur f

een slecht cijfer voor Duits

eine schlechte Note in Deutsch

4. cijfer (geheimschrift):

cijfer

Chiffre f

een stuk in cijfer

ein chiffriertes Dokument

5. cijfer (monogram):

cijfer

Monogramm nt

wet·ma·tig [wɛtmatəx] ADJ.

wetmatig

gesetzmäßig

doel·ma·tig <doelmatige, doelmatiger, doelmatigst> [dulmatəx] ADJ.

doelmatig (aangepast)

zweckmäßig

doelmatig (op het doel gericht)

wirksam

re·gel·ma·tig <regelmatige, regelmatiger, regelmatigst> [reɣəlmatəx] ADJ.

1. regelmatig (zichzelf gelijk blijvend):

regelmatig

regelmäßig

regelmatig

gleichmäßig

regelmatig

ebenmäßig

regelmatig lopen

gleichmäßig laufen

een regelmatige veelhoek wisk.

ein gleichseitiges Vieleck

2. regelmatig (geregeld):

regelmatig

regelmäßig

regelmatig naar de kerk gaan

regelmäßig zur Kirche gehen

3. regelmatig (volgens de regels):

regelmatig

regulär

regelmatig

vorschriftsmäßig

bo·ven·ma·tig [bovə(n)matəx] ADJ.

bovenmatig (negatief)

übermäßig

bovenmatig (positief)

ungemein

bui·ten·ma·tig [bœytəmatəx] ADJ.

buitenmatig

außerordentlich

buitenmatig

außergewöhnlich

buitenmatig

ungewöhnlich

on·doel·ma·tig [ɔndulmatəx] ADJ.

ondoelmatig

unzweckmäßig