Traducciones de „boswandeling“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

wan·de·ling <wandeling|en> [wɑndəlɪŋ] SUST. f

1. wandeling:

wandeling (tochtje)

Spaziergang m

wandeling (door een stad)

Stadtbummel m

een wandeling maken

einen Spaziergang machen

een wandeling maken

spazieren gehen

2. wandeling (afstand):

wandeling

Stück nt

wandeling

Strecke f

in de wandeling

im Allgemeinen

in de wandeling

(für) gewöhnlich

be·han·de·ling <behandeling|en> [bəhɑndəlɪŋ] SUST. f

1. behandeling (het omgaan met iets, iem):

behandeling

Behandlung f

uw klacht is in behandeling

Ihre Klage wird behandelt

2. behandeling (geneeskundige verzorging):

behandeling

Behandlung f

onder behandeling staan

in Behandlung sein

3. behandeling (uiteenzetting):

behandeling

Behandlung f

behandeling

Erörterung f

behandeling

Besprechung f

mis·han·de·ling <mishandeling|en> [mɪshɑndəlɪŋ] SUST. f

mishandeling

Misshandlung f

mishandeling

Quälerei f

mishandeling van dieren

Tierquälerei f

op·stan·de·ling <opstandeling|en> [ɔpstɑndəlɪŋ] SUST. m

opstandeling

Aufständische(r) m

han·de·ling <handeling|en> [hɑndəlɪŋ] SUST. f

1. handeling lit.:

handeling (daad)

Handlung f

handeling (het verrichten)

Verrichtung f

met een paar eenvoudige handelingen is de fiets uit elkaar te halen

mit ein paar einfachen Handgriffen kann man das Fahrrad zerlegen

een onrechtmatige handeling

eine unrechtmäßige Handlung

de vaste handelingen bij het naar bed gaan

die gleich bleibenden Verrichtungen beim Zubettgehen

2. handeling (verslag van een vergadering):

handeling

Sitzungsprotokoll nt

3. handeling (beraadslaging):

handeling

Beratung f

handeling ook pol.

Debatte f

handelingen over de herziening van de grondwet

Debatten über die Grundgesetzänderung

af·han·de·ling <afhandeling|en> [ɑfhɑndəlɪŋ] SUST. f

afhandeling

Erledigung f

afhandeling

Abwicklung f

ver·han·de·ling <verhandeling|en> [vərhɑndəlɪŋ] SUST. f

1. verhandeling (het handel drijven):

verhandeling

Handel m

aandelen ter verhandeling op de beurs aanbieden

an der Börse Aktien zum Verkauf anbieten

2. verhandeling:

verhandeling (betoog: mondeling)

Vortrag m

verhandeling (betoog: schriftelijk)

Abhandlung f

mon·de·ling¹ [mɔndəlɪŋ] SUST. nt geen pl.

mondeling

mündliche Prüfung f

von·de·ling <vondeling|en> [vɔndəlɪŋ] SUST. m

vondeling

Findelkind nt

een kind te vondeling leggen

ein Kind aussetzen

na·be·han·de·ling <nabehandeling|en> [nabəhɑndəlɪŋ] SUST. f

nabehandeling

Nachbehandlung f

nabehandeling (kuur)

Nachkur f

rechts·han·de·ling <rechtshandeling|en> [rɛx(t)shɑndəlɪŋ] SUST. f jur.

rechtshandeling

Rechtsgeschäft nt

in·de·ling <indeling|en> [ɪndelɪŋ] SUST. f

indeling

Einteilung f

indeling (onderverdeeld geheel ook)

Aufteilung f

indeling (onderverdeeld geheel ook)

Gliederung f

indeling (onderverdeeld geheel ook)

Aufgliederung f

indeling (onderbrenging in groep, soort e.d. ook)

Eingliederung f

indeling (onderbrenging in groep, soort e.d. ook)

Einreihung f

een alfabetische indeling

eine alphabetische Auflistung

de indeling van een flat

die Aufteilung einer Wohnung

de indeling in standen

die ständische Ordnung

de indeling in districten

die Einteilung in Distrikte

de indeling in districten (Duitsland)

die Einteilung in Kreise [o. Landkreise]

zen·de·ling <zendeling|en> [zɛndəlɪŋ] SUST. m

zendeling

Missionar m

af·gren·de·ling <afgrendeling|en> [ɑfxrɛndəlɪŋ] SUST. f

afgrendeling

Absperrung f

afgrendeling

Abriegelung f

el·len·de·ling <ellendeling|en> [ɛlɛndəlɪŋ] SUST. m

ellendeling

Lump m

ellendeling

elende(r) Schuft m

af·de·ling <afdeling|en> [ɑvdelɪŋ] SUST. f

1. afdeling:

afdeling (deel van een geheel)

Abteilung f

afdeling (overheid)

Amt nt

afdeling (overheid)

Dezernat nt

afdeling (van een ziekenhuis)

Station f

afdeling (van een wetenschap)

Disziplin f

de financiële afdeling

die Finanzabteilung

de afdeling moordzaken

das Morddezernat

de afdeling personeelszaken

die Personalabteilung

de stedenbouwkundige afdeling

das Amt für Städtebau

de afdeling stoffen

die Stoffabteilung

2. afdeling gesch.:

afdeling

Verband m

een afdeling politie

ein Polizeiaufgebot

3. afdeling scheepv.:

afdeling

≈ Flottenverband m

on·der·han·de·ling <onderhandeling|en> [ɔndərhɑndəlɪŋ] SUST. f

onderhandeling

Verhandlung f

onderhandeling pol. (militaire conflicten)

Unterhandlung f

door onderhandelingen

auf dem Verhandlungswege

schok·be·han·de·ling <schokbehandeling|en> [sxɔɡbəhɑndəlɪŋ] SUST. f

schokbehandeling

Schockbehandlung f

shock·be·han·de·ling SUST. f

shockbehandeling → shocktherapie

Véase también: shocktherapie

shock·the·ra·pie [ʃɔkterapi] SUST. f geen pl.

shocktherapie

Schocktherapie f

shocktherapie

Schockbehandlung f

bos·wach·te·rij <boswachterij|en> [bɔswɑxtərɛɪ] SUST. f

boswachterij (boswachterswoning)

Försterei f

boswachterij (boswachterswoning)

Forsthaus nt

boswachterij (district)

Forstrevier nt