neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: wiebelen , verschalen , verschralen , kriebelen , giebelen , binnenhalen , neerhalen y/e weghalen

ver·scha·len <verschaalde, i. verschaald> [vərsxalə(n)] V. intr.

wie·be·len <wiebelde, h. gewiebeld> [wibələ(n)] V. intr.

weg·ha·len <haalde weg, h. weggehaald> [wɛxhalə(n)] V. trans.

1. weghalen (wegvoeren):

2. weghalen (stelen):

neer·ha·len <haalde neer, h. neergehaald> [nerhalə(n)] V. trans.

1. neerhalen (naar beneden halen):

bin·nen·ha·len <haalde binnen, h. binnengehaald> [bɪnə(n)halə(n)] V. trans.

gie·be·len V. intr.

giebelen → giechelen

Véase también: giechelen

gie·che·len <giechelde, h. gegiecheld> [ɣixələ(n)] V. intr.

krie·be·len1 <kriebelde, h. gekriebeld> [kribələ(n)] V. trans.

2. kriebelen (slordig, klein schrijven):

ver·schra·len <verschraalde, i. verschraald> [vərsxralə(n)] V. intr.

2. verschralen (weer, huid):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski