Traducciones de „binnenhalen“ en el diccionario neerlandés » alemán

bin·nen·ha·len <haalde binnen, h. binnengehaald> [bɪnə(n)halə(n)] V. trans.

1. binnenhalen:

binnenhalen (iets naar binnen halen)

hereinholen

binnenhalen (oogst)

einbringen

binnenhalen (oogst)

einfahren

een rijke buit binnenhalen

reiche Beute machen

de was binnenhalen

die Wäsche hereinholen

2. binnenhalen:

binnenhalen (aan boord halen)

an Bord nehmen

binnenhalen (redden)

bergen

Ejemplos de uso para binnenhalen

een rijke buit binnenhalen

reiche Beute machen

de oogst binnenhalen

die Ernte einbringen [o. einfahren]

het koren binnenhalen

das Getreide einfahren [o. einbringen]

het hooi binnenhalen

das Heu einfahren

de was binnenhalen

die Wäsche hereinholen