neerlandés » alemán

in·la·den <laadde in, h. ingeladen> [ɪnladə(n)] V. trans.

ont·la·den1 <ontlaadde zich, h. zich ontladen> [ɔntladə(n)] V. wk ww

ontladen zich ontladen (zich bevrijden):

uit·la·den <laadde uit, h. uitgeladen> [œytladə(n)] V. trans.

down·loa·den <downloadde, h. gedownload> [dɑunlodə(n)] V. trans.

zon·ne·ba·den <zonnebaadde, h. gezonnebaad> [zɔnəbadə(n)] V. intr.

ver·la·den <verlaadde, h. verladen> [vərladə(n)] V. trans.

aan·ra·den <raadde aan/ried aan, h. aangeraden> [anradə(n)] V. trans.

ont·ra·den <ontraadde/ontried, h. ontraden> [ɔntradə(n)] V. trans.

aan·bra·den <braadde aan, h. aangebraden> [ambradə(n)] V. trans.

uit·bra·den V. trans.

uitbraden → uitbakken

Véase también: uitbakken

uit·bak·ken <bakte uit, h. uitgebakken> [œydbɑkə(n)] V. trans. kookk.

la·den <laadde, h. geladen> [ladə(n)] V. trans.

2. laden (vuurwapens):

3. laden (van elektriciteit voorzien):

hij is geladen fig.

af·la·den <laadde af, h. afgeladen> [ɑfladə(n)] V. trans.

be·la·den <belaadde, h. beladen> [bəladə(n)] V. trans.

op·la·den <laadde op, h. opgeladen> [ɔpladə(n)] V. trans.

1. opladen (op iets laden):

laden auf +acus.

2. opladen (bevrachten):

3. opladen (elektrisch laden):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski