Traducciones de „Geigerin“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

wei·ge·ring <weigering|en> [wɛiɣərɪŋ] SUST. f

weigering

Verweigerung f

weigering

Weigerung f

weigering (het niet-aannemen)

Ablehnung f

weigering (het niet-functioneren)

Versagen nt

bij zijn weigering blijven

bei seiner Weigerung bleiben

weigering tot samenwerking

Verweigerung der Zusammenarbeit

kei·ze·rin <keizerin|nen> [kɛizərɪn] SUST. f

keizerin

Kaiserin f

ne·ge·rin <negerin|nen> [neɣərɪn] SUST. f pey.

negerin forma femenina de neger

Véase también: neger

ne·ger <neger|s> [neɣər] SUST. m pey.

neger

Neger m pey.

wei·ge·ren¹ <weigerde, h. geweigerd> [wɛiɣərə(n)] V. intr.

1. weigeren (niet functioneren):

weigeren

versagen

de remmen weigeren

die Bremsen versagen

2. weigeren (paardensport):

weigeren

verweigern

weigeren

scheuen

wei·ge·rend [wɛɪɣərənt] ADJ.

weigerend

abschlägig

weigerend

ablehnend

stei·ge·ren <steigerde, h. gesteigerd> [stɛiɣərə(n)] V. intr.

1. steigeren (paarden):

steigeren

sich aufbäumen

2. steigeren (protesteren):

steigeren

sich sträuben

steigeren

sich auf die Hinterbeine stellen hum.

tij·ge·rin SUST. f

tijgerin forma femenina de tijger

Véase también: tijger

tij·ger <tijger|s> [tɛiɣər] SUST. m

tijger

Tiger m

een papieren tijger fig.

ein Papiertiger coloq.

kel·ne·rin <kelnerin|nen> [kɛlnərɪn] SUST. f

kelnerin

Kellnerin f

her·de·rin <herderin|nen> [hɛrdərɪn] SUST. f

herderin

Hirtin f

herderin (van schapen)

Schäferin f

le·ˈge·ring¹ <legering|en> [ləɣerɪŋ] SUST. f

legering

Legierung f

re·ge·ring <regering|en> [rəɣerɪŋ] SUST. f

regering

Regierung f

de regering aanvaarden

die Regierung antreten

de regering van een Bondsrepubliek

die Bundesregierung

de regering van een deelstaat

die Landesregierung

de regering is afgetreden

die Regierung ist zurückgetreten

onder [o. tijdens ] de regering van Willem I

unter der Regierung von Wilhelm I.

onder [o. tijdens ] de regering van Willem I

während der Regierung von Wilhelm I.

de zittende regering

die amtierende Regierung

de regering in ballingschap

die Exilregierung

gei·ser <geiser|s> [ɣɛizər] SUST. m

1. geiser (waterverwarmingstoestel):

geiser

Durchlauferhitzer m

2. geiser (warme springbron):

geiser

Geysir m

geiser

Geiser m

zi·geu·ne·rin <zigeunerin|nen> [siɣønərɪn] SUST. f

zigeunerin forma femenina de zigeuner

Véase también: zigeuner

zi·geu·ner <zigeuner|s> [siɣønər] SUST. m

zigeuner

Zigeuner m

be·le·ge·ring <belegering|en> [bəleɣərɪŋ] SUST. f

belegering

Belagerung f