Traducciones de „Daniels“ en el diccionario neerlandés » alemán

da·nig [danəx] ADJ.

danig

ordentlich

danig

gewaltig

iem danig toetakelen

jdn übel zurichten

iem danig de waarheid zeggen

jdm ordentlich die Wahrheit sagen

biels <biels|en, bielzen> [bils] SUST. f

biels

Schwelle f

biels spoorw.

Bahnschwelle f

dance [dɛːns] SUST. m geen pl.

dance

Dance m

dan·ken¹ <dankte, h. gedankt> [dɑŋkə(n)] V. trans.

1. danken (bedanken):

danken

danken

danken

sich bedanken

niet(s) te danken!

keine Ursache!

(ik) dank u [o. je ]!

danke schön!

(ik) dank u [o. je ]!

danke vielmals!

(ik) dank u [o. je ]! (bij weigering)

nein danke!

iem voor een cadeau danken

sich bei jdm für ein Geschenk bedanken

2. danken (verschuldigd zijn):

danken

verdanken

die baan dank ik (aan) jou

den Job verdanke ich dir

dan·sen¹ <danste, h. gedanst> [dɑnsə(n)] V. trans.

dansen

tanzen

dan·ser <danser|s> [dɑnsər] SUST. m

danser

Tänzer m

dans·les <dansles|sen> [dɑnslɛs] SUST. f

dansles

Tanzunterricht m

deels [dels] ADV.

deels

teils

deels

teilweise

deels om die reden, deels om een andere

teils aus diesem, teils aus einem anderen Grund

du·vels

duvels abreviatura de duivels

Véase también: duivels

dui·vels [dœyvəls] ADJ.

1. duivels (als (van) een duivel):

duivels

teuflisch

duivels

satanisch form.

het duivels kabaal

der Höllenlärm

een duivels voornemen

ein teuflischer Plan

2. duivels (woedend):

duivels

wütend

duivels

fuchsteufelswild coloq.

een duivelse kerel

ein Wüterich

een duivelse kerel (bewonderend)

ein Teufelskerl

En·gels [ɛŋəls] ADJ.

Engels

englisch

de Engelse

die Engländerin

het Engels

das Englische

de Engelse hoorn

das Englischhorn

Engelse mijl

englische Meile f

de Engelse sleutel

der Engländer

een Engels woord

ein englisches Wort

de Engelse ziekte med.

Rachitis f

dui·vels [dœyvəls] ADJ.

1. duivels (als (van) een duivel):

duivels

teuflisch

duivels

satanisch form.

het duivels kabaal

der Höllenlärm

een duivels voornemen

ein teuflischer Plan

2. duivels (woedend):

duivels

wütend

duivels

fuchsteufelswild coloq.

een duivelse kerel

ein Wüterich

een duivelse kerel (bewonderend)

ein Teufelskerl

ma·nie <manie|s> [mani] SUST. f

manie

Manie f