Traducciones de „schraapsel“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

ˈSchnip·sel <Schnipsels, Schnipsel> [ˈʃnɪpsl̩] SUST. m nt nt

Schnipsel

snipper

ˈschram·men [ˈʃramən] V. trans.

1. schrammen (schürfen):

schrammen

schrammen

2. schrammen (kratzen):

schrammen

krassen

schrammen

schampen

ˈschrau·ben¹ [ˈʃr͜aubn̩] V. intr. DEP.

schrauben

een schroef maken

Schrap·ˈnell <Schrapnells, Schrapnelle[o. Schrapnells] > [ʃrapˈnɛl] SUST. nt

1. Schrapnell MILIT.:

Schrapnell

schrapnel

Schrapnell

granaatkartets

2. Schrapnell coloq. pey.:

Schrapnell

oude taart

Schrapnell

troela

ˈRaum·kap·sel SUST. f

Raumkapsel

ruimtecapsule

ˈSchram·me <Schramme, Schrammen> [ˈʃramə] SUST. f

1. Schramme (Schürfwunde):

Schramme

schram

Schramme

schrap

2. Schramme (Kratzer):

Schramme

kras

ˈSchran·ke <Schranke, Schranken> [ˈʃraŋkə] SUST. f

1. Schranke (Schlagbaum) a. FERRO.:

Schranke

slagboom

Schranke

spoorboom

Schranke

sluitboom

2. Schranke fig. (Grenze) meist pl.:

Schranke

grens

Schranke

perk

Schranke

barrière

die Schranken des Gesetzes elev.

de perken van de wet

sich in Schranken halten

zich inhouden

sich in Schranken halten

binnen de perken blijven

etw in Schranken halten

iets binnen de perken houden

jdn in die [o. seine] Schranken (ver)weisen

iem terechtwijzen

jdn in die [o. seine] Schranken (ver)weisen

iem op zijn nummer zetten

einer Sache Schranken setzen

aan iets paal en perk stellen

3. Schranke hist. (im Gerichtssaal):

Schranke

balie

die Schranken des Gerichts hist.

de balie in de rechtbank

in die Schranken treten elev.

in het krijt [o. strijdperk] treden

jdn in die Schranken fordern elev.

iem uitdagen

vor den Schranken des Gerichts elev.

voor de rechtbank

ˈSchrau·be <Schraube, Schrauben> [ˈʃr͜aubə] SUST. f

1. Schraube (Gewindestift; Schiffsschraube) a. DEP.:

Schraube

schroef

die Schraube anziehen fig.

de schroeven (wat) aandraaien

bei jdm ist eine Schraube locker coloq.

iem is van lotje getikt

die Schraube überdrehen fig. coloq.

te ver gaan

die Schraube überdrehen fig. coloq.

overdrijven

2. Schraube pey. coloq. (unsympathische Frau):

Schraube

tang

Schraube

kreng nt

ˈschran·ken·los [-loːs] ADJ.

schrankenlos

grenzeloos

schrankenlos

onbegrensd

schrankenlos

onbeperkt

schrankenlos

ongeremd