Traducciones de „überbordet“ en el diccionario alemán » neerlandés

über·ˈfor·dern [yːbɐˈfɔrdɐn] V. trans.

überfordern

te veel vergen [o. vragen] van

überfordern

te hoge eisen stellen aan

sich überfordert fühlen

het gevoel hebben dat men het niet (meer) aankan [o. dat er te hoge eisen gesteld worden]

über·ˈmü·det [-ˈmʏdət] ADJ.

übermüdet

oververmoeid

übermüdet selten

overspannen

total übermüdet sein

doodmoe [o. doodop] zijn

über·ˈblen·den V. trans. MEDIA

überblenden

faden

überblenden

laten overvloeien

Über·ˈfor·de·rung SUST. f

Überforderung

overbelasting

Überforderung

overvraging

über·ˈschul·det [yːbɐˈʃʊldət] ADJ.

überschuldet

diep in de schulden (zittend)

überschuldet

te zeer met schulden bezwaard

über·ˈba·cken V. trans. irreg.

überbacken

(nog) lichtjes [o. even] bakken

überbacken

met een korstje bedekken

überbacken

gratineren

über·ˈbie·ten V. trans. irreg.

1. überbieten (durch höheres Gebot übertreffen):

überbieten

hoger [o. meer] bieden (dan)

überbieten

overbieden

überbieten

afmijnen

sich überbieten

tegen elkaar opbieden

2. überbieten DEP.:

überbieten

overtreffen

einen Rekord (um einen Meter) überbieten

een record (met één meter) verbeteren

das war einfach nicht zu überbieten a. fig.

daar was [o. viel] gewoon niet aan te tippen

über·ˈbu·chen V. trans.

überbuchen

overboeken

ˈüber·be·kom·men V. trans. irreg. coloq.

überbekommen

genoeg krijgen van

überbekommen

zat worden

einen [o. eins ] überbekommen coloq.

er van langs krijgen

ˈüber·be·wer·ten V. trans. (überbetonen; zu gut bewerten)

überbewerten

overwaarderen

überbewerten

te hoog aanslaan [o. waarderen]