neerlandés » alemán

over·span·nen1 [ovərspɑnə(n)] ADJ.

1. overspannen:

overspannen (te sterk gespannen)
overspannen (van conjunctuur, fantasie)
overspannen (van zenuwen)
overspannen verwachtingen koesteren

2. overspannen (overwerkt):

overspannen
overspannen

over·span·nen2 <overspande, h. overspannen> [ovərspɑnə(n)] V. trans.

1. overspannen (overwelven):

overspannen

2. overspannen ook fig.:

overspannen (te sterk spannen)
overspannen (te veel vergen van)

Ejemplos de uso para overspannen


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski