Traducciones de „haarkleuring“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

her·keu·ring <herkeuring|en> [hɛrkørɪŋ] SUST. f

herkeuring (onderzoek)

neue Untersuchung f

herkeuring (test)

Überprüfung f

herkeuring gesch.

Nachmusterung f

haar·kleur·mid·del <haarkleurmiddel|en> [harklørmɪdəl] SUST. nt

haarkleurmiddel

Haarfärbemittel nt

haarkleurmiddel (spoeling)

Haartönung f

kleu·ring <kleuring|en> [klørɪŋ] SUST. f

kleuring

Färbung f

kleuring

Tönung f

haar·klo·ve·rij <haarkloverij|en> [harklovərɛi] SUST. f (muggenzifterij)

haarkloverij

Haarspalterei f pey.

haarkloverij

Wortklauberei f pey.

be·keu·ring <bekeuring|en> [bəkørɪŋ] SUST. f

bekeuring

Strafmandat nt

bekeuring

Bußgeld nt

een bekeuring krijgen

ein Strafmandat bekommen

na·speu·ring <naspeuring|en> [naspørɪŋ] SUST. f

naspeuring

Nachforschungen pl.

naspeuring jur.

Ermittlung f

naspeuring doen

Nachforschungen anstellen

goed·keu·ring <goedkeuring|en> [ɣutkørɪŋ] SUST. f

1. goedkeuring:

goedkeuring (inwilliging)

Genehmigung f

goedkeuring (instemming)

Billigung f

goedkeuring (instemming)

Zustimmung f

goedkeuring (instemming)

Einverständnis nt

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (inwilligen)

seine Genehmigung erteilen

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (instemmen)

zustimmen

algemene goedkeuring

allgemeine Zustimmung

met goedkeuring van de synode

mit Genehmigung der Synode

stilzwijgende goedkeuring

stillschweigendes Einverständnis

iems goedkeuring vragen

jds Genehmigung einholen

de algemene goedkeuring wegdragen

allgemeine Zustimmung finden

2. goedkeuring (waardering):

goedkeuring

Anerkennung f

een teken van goedkeuring (waardering)

ein Zeichen der Anerkennung

apk-keu·ring <apk-keuring|en> [apekakørɪŋ] SUST. f

apk-keuring

(regelmäßige) technische Überprüfung f von Kraftfahrzeugen

apk-keuring coloq.

TÜV-Prüfung f

film·keu·ring <filmkeuring|en> [fɪlmkørɪŋ] SUST. f

filmkeuring

Filmzensur f

filmkeuring (instituut)

Filmprüfungsstelle f

haar·lint <haarlint|en> [harlɪnt] SUST. nt

haarlint

Haarband nt

haar·klo·ver <haarklover|s> [harklovər] SUST. m

haarklover

Wortklauber m pey.

haar·knip·pen [harknɪpə(n)] V. alleen inf.

haarknippen

Haare schneiden

haar·krul·ler <haarkruller|s> [harkrʏlər] SUST. m

haarkruller

Lockenschere f

haarkruller

Brennschere f

scheu·ring <scheuring|en> [sxørɪŋ] SUST. f

scheuring

Spaltung f

de scheuring in de partij

die Spaltung der Partei

haard·vuur <haard|vuren> [hartfyr] SUST. nt

haardvuur

Ofenfeuer nt

haardvuur (open haard)

Kaminfeuer nt

haar·strik <haarstrik|ken> [harstrɪk] SUST. m

haarstrik

Haarschleife f