Traducciones de „goederenwagon“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

goe·de·ren·trein <goederentrein|en> [ɣudərə(n)trɛin] SUST. m

goederentrein

Güterzug m

goe·de·ren [ɣudərə(n)] SUST. pl.

1. goederen:

goederen (artikelen, waren)

Güter pl.

goederen (goed)

Gut nt

de partij goederen econ.

der Warenposten pl.

2. goederen (bezittingen):

goederen

Güter pl.

aardse goederen

irdische Güter pl.

roerende en onroerende goederen

bewegliche und unbewegliche Güter pl.

roerende en onroerende goederen

Mobilien und Immobilien pl. espec.

goe·den·dag [ɣudə(n)dɑx] INTERJ.

1. goedendag (begroetingsformule):

goedendag

guten Tag

2. goedendag (uitroep van verbazing):

goedendag ook irón.

Junge, Junge coloq.

goedendag, zeg!

Junge, Junge! coloq.

3. goedendag (afscheidsgroet):

goedendag

auf Wiedersehen

goed·pra·ten <praatte goed, h. goedgepraat> [ɣutpratə(n)] V. trans.

goedpraten

beschönigen

goedpraten (rechtvaardigen)

rechtfertigen

die handelwijze is (valt) nooit goed te praten

dieses Benehmen lässt sich nicht entschuldigen

dat valt niet goed te praten

da gibt es nichts zu beschönigen

goe·de·ren·voor·raad [ɣudərə(n)vorat] SUST. m geen pl.

goederenvoorraad

Warenbestand m