Traducciones de „dwarsstang“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

dwars·straat <dwars|straten> [dwɑrstrat] SUST. f

dwarsstraat

Querstraße f

ik noem maar een dwarsstraat fig.

beispielsweise

dwars·balk <dwarsbalk|en> [dwɑrzbɑlk] SUST. m

dwarsbalk

Querbalken m

dwars·kop <dwarskop|pen> [dwɑrskɔp] SUST. m

dwarskop

Querkopf m

dwars·beuk <dwarsbeuk|en> [dwɑrzbøk] SUST. m

dwarsbeuk

Querschiff nt

dwarsbeuk

Querhaus nt

dwars·bo·men <dwarsboomde, h. gedwarsboomd> [dwɑrzbomə(n)] V. trans.

dwarsbomen

entgegenarbeiten +dat.

iem dwarsbomen

jdm entgegenarbeiten

iem dwarsbomen in iets

jdn bei etw dat. behindern

iems plannen dwarsbomen

jds Pläne hintertreiben

dwars·fluit <dwarsfluit|en> [dwɑrsflœyt] SUST. f

dwarsfluit

Querflöte f

dwar·re·len <dwarrelde, h./i. gedwarreld> [dwɑrələ(n)] V. intr.

dwarrelen (wervelen)

wirbeln

dwarrelen (zachtjes)

rieseln

bladeren dwarrelden neer

Blätter wirbelten herab

elke dag dwarrelen er papieren op mijn bureau

jeden Tag flattern Papiere auf meinen Schreibtisch

krul·tang <krultang|en> [krʏltɑŋ] SUST. f

krultang

Frisierstab m

dwang [dwɑŋ] SUST. m geen pl.

1. dwang (machtsuitoefening):

dwang

Zwang m

dwang

Gewalt f

dwang

Druck m

onder dwang getuigen

unter Zwang aussagen

iets onder dwang doen

etw aus Zwang tun

dwang op iem (uit)oefenen

Zwang auf jdn ausüben

2. dwang (pathologisch verschijnsel):

dwang

Zwang m

dwars <dwarse, dwarser, meest dwars> [dwɑrs] ADJ.

1. dwars (richting):

dwars ook fig.

quer

het ging dwars door mij heen

es durchschauerte mich

ergens dwars doorheen gaan

etw durchqueren

dwars tegen iets ingaan

entschieden gegen etw angehen

2. dwars (scheef, onregelmatig):

dwars

quer

dwars

schräg

3. dwars (onhandelbaar):

dwars

querköpfig

een dwars karakter

ein Querkopf