neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: aanbidden , aanbinden , aanbieden , aanbidder , bidden , inbedden , aanbidding , aanbidster y/e voorbidden

aan·bid·den <aanbad/bad aan, h. aanbeden/aangebeden> [ambɪdə(n)] V. trans.

aan·bid·der <aanbidder|s> [ambɪdər] SUST. m

aan·bin·den <bond aan, h. aangebonden> [ambɪndə(n)] V. trans.

1. aanbinden (vastmaken):

in·bed·den <bedde in, h. ingebed> [ɪmbɛdə(n)] V. trans.

(ein)betten in +acus.

bid·den1 <bad, h. gebeden> [bɪdə(n)] V. trans.

1. bidden (gebed):

aan·bid·ding [ambɪdɪŋ] SUST. f geen pl.

voor·bid·den <bad voor, h. voorgebeden> [vorbɪdə(n)] V. trans.

aan·bid·ster SUST. f

aanbidster forma femenina de aanbidder

Véase también: aanbidder

aan·bid·der <aanbidder|s> [ambɪdər] SUST. m


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski