Traducciones de „rotschimmel“ en el diccionario alemán » neerlandés

ver·ˈschim·meln V. intr.

verschimmeln

beschimmelen

verschimmeln

verschimmelen

ˈSchim·mel <Schimmels, Schimmel> [ˈʃɪml̩] SUST. m

1. Schimmel (Pferd):

Schimmel

schimmel

2. Schimmel BOT. kein pl.:

Schimmel

schimmel

3. Schimmel coloq. (Schablone):

Schimmel

schema nt

Schimmel

sjabloon

ˈschim·meln [ˈʃɪml̩n] V. intr.

1. schimmeln:

schimmeln

(be)schimmelen

2. schimmeln fig.:

schimmeln

liggen rotten [o. schimmelen]

ˈWol·ken·him·mel SUST. m

Wolkenhimmel

wolkenhemel

Wolkenhimmel

betrokken lucht

ˈdurch·schim·mern V. intr.

durchschimmern

doorschemeren

ˈrot·se·hen V. intr. irreg. coloq.

rotsehen

woedend zijn

rotsehen

rood zien van woede

ˈschim·me·lig [ˈʃɪməlɪç] ADJ.

schimmelig

schimmelig

schimmelig

beschimmeld

schimmelig

duf

schimmelig

muf

ˈSchim·mer <Schimmers, Schimmer> [ˈʃɪmɐ] SUST. m

1. Schimmer (matter Glanz):

Schimmer

(zwakke) glans

Schimmer

schijnsel nt

Schimmer

schijn

2. Schimmer fig. (kleine Spur):

Schimmer

zweem(pje) nt

Schimmer

glimp

Schimmer

sprankje nt

ein Schimmer von Hoffnung

een zweem van hoop

ein Schimmer von Hoffnung

een zweempje [o. sprankje] hoop

3. Schimmer coloq. fig. (Idee):

Schimmer

notie

Schimmer

benul nt

Schimmer

idee nt

keinen blassen Schimmer haben

(er) geen flauw benul [o. idee] (van) hebben

ˈPutz·fim·mel SUST. m coloq. pey.

Putzfimmel

schoonmaakwoede

Putzfimmel

poetsmanie

ˈschim·mern [ˈʃɪmɐn] V. intr.

schimmern

(zacht) glanzen

schimmern

(zwak) schijnen

schimmern

(door)schemeren ook fig.

schimmern

glinsteren

die Farbe schimmert ins Rötliche

de kleur zweemt naar rood

Ejemplos monolingües (no verificados por la redacción de PONS)

alemán

Und der ebenso treue wie bockige Rotschimmel ist noch immer bei ihnen.

de.wikipedia.org