Traducciones de „partnerbindung“ en el diccionario alemán » neerlandés

ˈBank·ver·bin·dung SUST. f

Bankverbindung

bankrelatie

Ver·ˈbin·dung <Verbindung, Verbindungen> [fɛɐ̯ˈbɪndʊŋ] SUST. f

1. Verbindung (direkte Beziehung):

Verbindung

verbinding

Verbindung

betrekking

Verbindung

relatie

briefliche Verbindung

briefcontact

sich mit jdm in Verbindung setzen

zich met iem in verbinding stellen

Verbindung mit jdm aufnehmen

contact met iem opnemen

2. Verbindung (Zusammenhang):

Verbindung

verband nt

Verbindung

samenhang

mit einem Verbrechen in Verbindung bringen

met een misdaad in verband brengen

3. Verbindung:

Verbindung (Zusammenschluss)

verbond nt

Verbindung (Verbindlichkeit)

verbintenis

4. Verbindung TÉC.:

Verbindung

verbinding

Verbindung

aansluiting

5. Verbindung (Verknüpfung):

Verbindung

verbinding

Verbindung

combinatie

6. Verbindung (Korporation):

Verbindung

bond

Verbindung

organisatie

Verbindung

corps nt

eine schlagende Verbindung (für Männer)

een studentencorps waar geduelleerd wordt

7. Verbindung QUÍM. kein pl.:

Verbindung

verbinding

Verbindung

het zich verbinden

8. Verbindung:

Verbindung TEL., TRANSP., MAT.

verbinding

ˈZug·ver·bin·dung SUST. f

Zugverbindung

treinverbinding

Zugverbindung

spoor(weg)verbinding

ˈFlug·ver·bin·dung SUST. f

Flugverbindung

luchtverbinding

Flugverbindung

lucht(vaart)lijn

ˈFunk·ver·bin·dung SUST. f

Funkverbindung

radiocontact nt

ˈQuer·ver·bin·dung SUST. f fig.

Querverbindung

dwarsverband nt

Querverbindung

(onderlinge) samenhang [o. connectie]

ˈOn·line·ver·bin·dung SUST. f

Onlineverbindung

onlineverbinding

Stu·ˈden·ten·ver·bin·dung SUST. f

Studentenverbindung

studentencorps nt

Ent·ˈbin·dung <Entbindung, Entbindungen> [ɛntˈbɪndʊŋ] SUST. f

1. Entbindung (Befreiung):

Entbindung

ontslag nt

Entbindung

ontheffing

Entbindung

dispensatie

2. Entbindung MED.:

Entbindung

verlossing

Entbindung

bevalling

ˈPreis·bin·dung SUST. f ECON.

Preisbindung

prijsbinding

Ver·ˈkehrs·an·bin·dung SUST. f

Verkehrsanbindung

aansluiting op het verkeersnet nt

Ge·ˈschäfts·ver·bin·dung SUST. f

Geschäftsverbindung

(zaken)relatie

ˈPart·ner·stadt SUST. f

Partnerstadt

zusterstad

Partnerstadt

partnergemeente

Par·ˈtei·füh·rung SUST. f

Parteiführung

partijleiding

Parteiführung

partijtop

Parteiführung

partijbestuur