alemán » neerlandés

Traducciones de „ongewone“ en el diccionario alemán » neerlandés

(Ir a neerlandés » alemán)

Mostrar un resumen de todos los resultados

ˈun·ge·wohnt: adjetivo y adverbio
ˈan·ge·wöh·nen: verbo transitivo
ˈAn·ge·wohn·heit: sustantivo
ˈun·ge·wollt: adjetivo y adverbio
ˈein·ge·wöh·nen: verbo transitivo
ge·ˈwon·nen: verbo
Me·ˈlo·ne: sustantivo

Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: ungewohnt , angewöhnen , Angewohnheit , ungewollt , eingewöhnen , Melone y/e gewonnen

ˈun·ge·wohnt ADJ.

1. ungewohnt:

2. ungewohnt:

niet gewend (aan)

ˈan·ge·wöh·nen V. trans.

angewöhnen

angewöhnen

gewoon maken (aan)

dem Kind angewöhnen, sich die Zähne zu putzen

het kind (eraan) gewennen (om) zijn tanden te poetsen

ˈAn·ge·wohn·heit SUST. f

Angewohnheit

(slechte) gewoonte

Angewohnheit

etw aus (purer) Angewohnheit tun

iets puur uit gewoonte doen

ˈun·ge·wollt ADJ.

zonder het te willen

ˈein·ge·wöh·nen¹ V. trans.

eingewöhnen

eingewöhnen

laten [o. doen] wennen

eingewöhnen

ge·ˈwon·nen [gəˈvɔnən] V.

gewonnen part. pas. von gewinnen¹, gewinnen²

Véase también: gewinnen , gewinnen

ge·ˈwin·nen² <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] V. intr.

1. gewinnen (einen Gewinn erhalten):

an Höhe gewinnen

an Klarheit gewinnen

er duidelijker op worden

an Bedeutung gewinnen

in betekenis toenemen

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

2. gewinnen (überzeugen):

(erop) vooruitgaan

er beter op worden

er gewinnt bei näherer Betrachtung

bij nadere kennismaking valt hij mee

ge·ˈwin·nen¹ <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] V. trans.

1. gewinnen (erzeugen):

aus Milch Käse gewinnen

van melk kaas maken

Boden gewinnen a. fig.

veld [o. terrein] winnen

2. gewinnen (erzielen, bekommen):

die Überzeugung gewinnen

tot de overtuiging komen

jdn für eine Vorstellung gewinnen

iems medewerking voor een voorstelling weten te verkrijgen

alle für sich gewinnen

iedereen voor zich innemen

jdn zum Freund gewinnen

iems vriendschap winnen

wie gewonnen, so zerronnen provb.

zo gewonnen, zo geronnen

Zeit gewonnen, viel gewonnen provb.

tijd gewonnen, veel gewonnen

4. gewinnen (profitieren):

(erop) vooruitgaan

er beter op worden

Me·ˈlo·ne <Melone, Melonen> [meˈloːnə] SUST. f

1. Melone (Frucht):

2. Melone coloq. (Hut):

Consultar el diccionario

alemán

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski