neerlandés » alemán
Los resultados a continuación se escriben de forma parecida: versieren , exerceren , zegevieren , tierelieren , poeieren , verzilveren , vorderen y/e plezieren

exer·ce·ren <exerceerde, h. geëxerceerd> [ɛksɛrserə(n)] V. intr.

ver·sie·ren <versierde, h. versierd> [vərsirə(n)] V. trans.

1. versieren (opschikken, verfraaien):

3. versieren (voor elkaar krijgen):

hinkriegen coloq.

4. versieren coloq. (verleiden):

ple·zie·ren <plezierde, h. geplezierd> [pləzirə(n)] V. trans.

vor·de·ren2 <vorderde, h. gevorderd> [vɔrdərə(n)] V. trans.

ver·zil·ve·ren <verzilverde, h. verzilverd> [vərzɪlvərə(n)] V. trans.

1. verzilveren (met zilver overtrekken):

3. verzilveren (kapitaliseren):

versilbern coloq.

poei·e·ren V. trans.

poeieren → poederen

Véase también: poederen

poe·de·ren <poederde, h. gepoederd> [pudərə(n)] V. trans.

1. poederen (met poeder bestrooien):

2. poederen (met sneeuw inwrijven):

tie·re·lie·ren <tierelierde, h. getierelierd> [tirəlirə(n)] V. intr.

ze·ge·vie·ren <zegevierde, h. gezegevierd> [zeɣəvirə(n)] V. intr.

1. zegevieren (overwinning behalen):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski